Wandelen en kilometers maken

10 oktober 2016 - Tanunda, Australië

Maandag 10 oktober 2016

Gisteren was het nog 37,5 graden. Nu beginnen wij de dag met 14 graden. Binnen een etmaal een verschil van meer dan 20 graden. Dat is wel even wennen. Toch maken wij heel optimistisch onze ochtendwandeling nog in korte broek. Een loop om een heuvel heen naar de Glenn corner, genoemd naar Glenn Smith, de eerste eigenaar van Rawnsley Park Station in de eerste helft van vorige eeuw. 4,8 km lang. Vlak bij de camping ontdekken wij weer velden met een voor ons nieuwe bloemsoort. Kleine droge lichtblauwe bloempjes, waarvan de blaadjes as een hanenkam achter elkaar zitten. Waarschijnlijk hebben wij dergelijke velden vrijdag op de heenweg naar Flinders Ranges al wel gezien, maar ze toen aangezien voor verdroogde mostapijten. Het uitzicht op de bergen van het National Park is prachtig. Heuvels met gras en bomen, een waterpool en wildflowers liggen verstild ervoor. Aan de andere kant van de heuvel zijn de vergezichten nog weidser. De heuvels liggen achter elkaar en de bergen liggen verder weg. Door de dichte bewolking en het vroege uur van de dag is het vergezicht wat nevelig, waardoor het landschap een mysterieuze sfeer heeft. Graspartijen liggen tussen een bos van dennenbomen met kaarsrechte stammen. Boeren hebben in het verleden deze graslanden gemaakt voor het weiden van schapen. De dennenstammen werden zowel voor de bouw als voor palen voor afrasteringen gebruikt. Het hout was vooral populair omdat het goed bestand bleek te zijn tegen termieten. Overigens hebben wij ten zuiden van Ayers Rock geen termietenheuvel meer gezien. Maar termieten zijn overal. In alle soorten en maten.

Niet alleen de bloemen trekken onze aandacht. Ook de vogels. Wij zien een vogel met bruine en grijze veren en een witte streep. Een groene elegant parrot. En juist voordat wij weer bij de camping terug zijn, vliegen drie prachtige galahs met witte kuif, grijze veren en rode borst naar een boom vlak voor ons en gaan daar rustig zitten wachten totdat wij met fotograferen klaar zijn. Op de camping zelf zien wij nog een ringneck parrot, een groen-blauwe vogel met een gele streep in zijn nek en een rode streep boven zijn snavel.

Nog voordat wij vanaf de camping de verharde weg opdraaien, passeren wij vier emoes die vlak naast de gravelweg in het weiland naar voedsel zoeken. Twee helemaal witte galahs zitten rustig in het weiland aan de andere kant van onze camper.

Een paar kilometer verder zien wij weer hele velden met lichtblauwe bloemen tegen een berghelling liggen. Vanuit de verte lijkt het net gedroogd mos. Zes witte galahs vliegen naar een stuk prikkeldraad van een hek en gaan op gelijke afstand van elkaar zitten. Even later vliegen zij naar een oude boom, waar nog drie andere galahs op hen zitten te wachten.

De ochtend is inmiddels wel voorbij. Wij rijden door de South Flinders Ranges terug naar de bewoonde wereld. Ten zuiden van deze bergen is alles grasland. Een vlakte van veel kilometers lengte en breedte gras. Hier worden schapen en koeien gehouden. Veel schapen zijn al geschoren, want het voorjaar is gearriveerd. Zij vernikkelen nu van de kou, want de buitentemperatuur schommelt rond de 9 graden, met als absoluut dieptepunt 8,5 graad. Maar liefst 29 graden lager dan wat wij gisteren tijdens onze wandeling hebben meegevoeld. Een paar regenbuien maken de gevoelstemperatuur nog lager. Wat een verschil! Tijd om een lange broek aan te trekken.

Geleidelijk komen en er weer meer heuvels in het landschap. Hier en daar worden wegwerkzaamheden uitgevoerd. Reparatie aan het wegdek dat tijdens de storm van vorige week beschadigd werd. Af en toe liggen langs de weg stuk gezaagde boomstammen of in het land omgewaaide bomen. Ook deze herinneren aan de recente storm.

In de buurt van Clare komen wij in een wijngebied. Op de vlakke grond en tegen de lichte glooiingen van de heuvels zijn wijngaarden aangeplant. Het is nog voorjaar, dus de eerste ranken zijn juist begonnen met wat groene blaadjes te ontwikkelen. Er moet nog een warme zomer overheen om de oogst van 2017 te waarborgen. Veel bedrijven hebben Duitse namen. Ook enkele namen van wegen zijn Duits. In de tweede helft van de 19e eeuw zijn veel Duitse Lutheranen naar deze regio geëmigreerd. In elk dorpje staat wel een Luthers kerkje. Bruine bordjes in de berm wijzen de weg naar de Riesling trail. Wij hebben op dit ogenblik geen behoefte om welke wandeling dan ook te maken.

In de Barossa Valley komen wij opnieuw in een wijngebied. Grote wijnsilo’s staan her en der verspreid in het land. Voor ons rijdt een grote tankauto met tankaanhanger, beide tanks goed gevuld met een degelijke Australische wijn. Een mooie omgeving om te overnachten.

In Nuriootpa, het centrum van de Barossavellei,  melden wij ons om kwart over zes bij een camping. De slagboom is dicht. De receptie is om zes uur gesloten. Wij bellen het nummer van de camping. Een antwoordapparaat geeft drie opties. Optie 1: als je al als gast op de camping verblijft, kijk dan op de campingsleutel voor instructies. Hier hebben wij niets aan. Optie 2: bel ons tijdens de openingsuren tussen 8 en 6 uur. Ook hier zijn wij niet mee geholpen. Optie 3: kijk 24 uur per dag op onze website. Zonder internet kunnen wij hier ook niets mee.

Ook bij de volgende camping in Tanunda is de receptie al gesloten. Maar daar heeft men in elk geval rekening gehouden met late bezoekers. Wij vinden in een kastje bij de ingang een enveloppe met instructies en kunnen zo doorrijden naar een aangewezen plekje op de camping.

Rianne probeert met de verwarming de temperatuur van 9 naar 23 graden te brengen. Dat lukt moeizaam.

Foto’s