Even rust…

3 september 2016 - Broome, Australië

Vrijdag 2 september 2016

De camping heeft een prachtig dertig-meter-bad. Om acht uur liggen wij al in het water. Wij voelen ons te jong om al met de aquagym voor bejaarden mee te doen, dus zwemmen wij onze eigen baantjes. Rianne ongeveer twee keer zoveel als ik. In dezelfde tijd.

In Broome zit een vestiging van de camperverhuur. Hier krijgen wij schoon beddengoed, thee- en handdoeken. Ook worden de bandenspanning en het oliepeil gecontroleerd. Wij zijn enthousiast over de vlotte en vriendelijke bediening. Binnen een half uur zijn wij klaar.

In de stad gaan wij op zoek naar een camerawinkel om een nieuw polaroidfilter te kopen. Geen winkel te vinden. Ook niet via de Tourist Information. Op zijn minst tot Darwin zal ik het dus zonder filter moeten doen. Intussen ben ik ook mijn gewone beschermingsfilter kwijt. Onbekend hoe dat kan.

In een mooi, modern winkelcentrum vinden wij een Telstrawinkel. Hier laten wij ons informeren hoe wij het beltegoed op onze Australische prepaid card kunnen controleren. Qua bedrag kunnen wij nog wel even vooruit, maar wij horen dat het tegoed na een maand verloopt, tenzij je tijdig tegoed bijkoopt. Wij vinden dat maar raar, maar we zullen daar rekening mee moeten houden.

Rianne stond vanochtend op met pijn in een kuit en met een stijve knie. Ik vertrouw de klachten niet helemaal, temeer omdat haar het ene been wat gezwollen lijkt ten opzichte van het andere been. Wij hebben geen adressen van artsen in Broome. Dus gaan wij naar de polikliniek van het ziekenhuis. Dat hadden wij beter niet kunnen doen. Bij binnenkomst moet Rianne al haar persoonlijke gegevens aan een formulier toevertrouwen. Dat is begrijpelijk. Daarna begint het lange wachten. Mensen die later binnenkomen worden eerder geholpen dan Rianne.

Een aboriginal dame moet in de wachtruimte al kotsen. Waarschijnlijk is zij dronken. Luidruchtig en vloekend laat zij de receptioniste weten dat zij het lange wachten beu is. Een bewaker maant haar tot rust. De dame mag vóór ons de behandelruimte in.

Een grote heer die extreem naar urine ruikt, ligt languit op drie stoelen in de wachtruimte. De stoelen om hem heen blijven leeg.

Andere mensen komen binnen. Werknemers in werkkleding, Een moeder met twee kinderen. Aboriginals en westerse Australiërs. Iedereen gaat voor. Agenten mogen naar binnen in verband met een spoedopname die per ambulance door een andere ingang is binnengebracht.

Nee, de receptie is ons niet vergeten, maar wij moeten er begrip voor hebben dat het heel druk is en dat spoedeisender gevallen voorgaan. Dat begrip hebben wij wel, maar wij willen toch graag weten wanneer Rianne aan de beurt is. Toevallig zal zij de eerstvolgende zijn die wordt binnengeroepen. Vijf patiënten en drie uur na onze binnenkomst beginnen wij wat ongeduldig te worden. Wij vragen de receptioniste om de ingevulde formulieren aan ons terug te geven om te voorkomen dat er zonder behandeling gedeclareerd gaat worden. Weer toevallig is Rianne op dat moment echt aan de beurt.

De behandelende arts stelt na enig onderzoek als diagnose: waarschijnlijk geen diepe-vaten-trombose, maar dit is niet uitgesloten. Hij wil een ultrasone scan laten maken om een betere diagnose te kunnen stellen. Dus gaat hij naar de afdeling radiologie om te zien of daar op vrijdagmiddag om vijf uur nog iemand is. Dat is niet het geval. Hij stelt voor om maandagochtend terug te komen. Misschien leidt dat tot een voorschrift om pillen te slikken. Maar vooruitlopend daarop kan hij ook al een injectie geven. Dus gaat hij weer weg om een collega met injectiespuit te zoeken of misschien wel alleen maar een injectiespuit. Na een kwartier komt hij terug zonder collega en zonder spuit. Maandag mogen wij terugkomen, maar alles gaat dan misschien wat sneller als wij eerst een plaatselijke arts raadplegen die ons dan doorverwijst.

Op het formulier dat wij meekrijgen staat dat Rianne een urgente ultrasoundscan moet ondergaan. De urgentie is in elk geval zo gering dat de scan wel tot maandag kan wachten. Wij zien af van de preventieve medicatie en besluiten de ontwikkeling tot zondag aan te zien. Op het formulier staat dat wij maandagochtend zullen worden gebeld of en hoe laat de scan kan plaatsvinden.

Alcohol werkt als bloedverdunner. Wij halen ons eigen medicijn bij de bar op 100 meter van onze camping: een skooner pale ale voor Rianne en voor mij een draught.

Zaterdag 3 september 2016

Om kwart over zeven hebben wij het zwembad helemaal voor ons alleen. Anderhalf uur later hebben wij gezwommen, gedoucht en ontbeten. Wij verlengen ons verblijf op de camping voorlopig met één dag. Morgen zien wij wel of wij verder kunnen reizen.

Voor de middag maken wij een wandeling langs Cable Beach. Het strand heeft hier deze naam gekregen omdat hier in 1889 in de vorm van een telegraafkabel de derde communicatieverbinding tussen Indonesië en Australië aan land kwam. De zon staat al hoog aan een strak blauwe hemel. Het water van de zee is blauw en mangaankleurig. Lichte golven krabbelen bruisend tegen het witte zandstrand omhoog. Het is net vloed geweest. Langzaam trekt het water zich terug.

Na de middag bezoeken wij twintig kilometer buiten Broome de Mango Place. Als wij er parkeren duikt een walibi snel voor ons weg in het struikgewas. Op deze locatie worden allerlei mango-producten gemaakt. Taart, cake, cocktails, wijn. Wij drinken er een mangococktail en genieten van de stilte, de rust en de zon.

Wij keren terug naar de stad en doen nog wat boodschappen, want op zondag zijn hier de winkels dicht. In de supermarkt liggen verse zalmkoppen te koop. De ogen staan wijd open als van verbazing waar hun lijf gebleven is. Wij beperken ons tot de aankoop van een moot uit het lijf van een van de vissen. De koppen laten wij liggen voor de Chinese klanten die hier ook hun boodschappen doen.

Terwijl ik afreken loopt Rianne alvast door naar de drankenzaak, want het loopt al tegen vijf uur en de winkels sluiten bijna. Zij loopt langs de rij met wijnen. Nog voordat zij een fles heeft vastgepakt, zegt een winkelbediende tegen haar: ‘U mag maximaal maar twee flessen meenemen. Dat is wettelijk zo geregeld.’

Rianne is verbaasd, want tot nu toe hebben wij dat in geen enkele andere drankenwinkel gehoord. Zij vraagt dus: ‘En hoeveel mag mijn man er meenemen?’

‘Ook twee’.

Rianne zet dus vier flessen wijn op de toonbank bij de kassa. De winkelbediende spreekt haar vermanend toe: ‘Ik denk dat u mij niet goed begrepen hebt. U mag maximaal maar twee flessen wijn meenemen.’

Rianne: ‘Maar mijn man mag er toch ook twee meenemen?’

‘Ja dat wel, maar uw man moet dan wel zelf hier aanwezig zijn en dat is hij niet.’

Op dat ogenblik kom ik de winkel binnen en is het probleem opgelost. Onder het toeziend oog van twee agenten verlaten Rianne en ik de winkel, ieder gewapend met twee flessen wijn.

Nog snel gaan wij naar een ander winkelcentrum om wat laatste inkopen te doen. Ook daar is een drankenzaak. Wij hoeven er niet meer naar binnen, maar zien wel dat ook daar twee agenten bij de deur staan om de naleving van de wet te controleren.

Als wij naar de camping terugrijden, staat er een lichtbord langs de weg met in het Engels de mededeling dat vanavond de grote finale is en dat we daarom voorzichtig moeten zijn met alcohol. Wij vermoeden nu enig verband tussen een belangrijke (rugby?)wedstrijd en de wettelijke beperking van de aankoop van alcoholische dranken.

Op het strand kijken wij naar een mooie zonsondergang aan een wolkenloze hemel. Nu het eb is, is het strand zeker honderd meter breder dan vanochtend toen het net vloed was geweest.

De zalmmoot gaat op de barbecue. In de warme avondlucht is het heerlijk om buiten de camper te eten. Het is zaterdagavond, kleindochter Iris is jarig en er is een belangrijke finale (al weten wij niet welke en al zien wij er niets van). Genoeg redenen om er ook een glaasje wijn bij te nuttigen.

Foto’s