Regen

16 oktober 2016 - Port Campbell National Park, Australië

Zondag 16 oktober 2016

De lucht is egaal grijs. Wij verwachten vandaag nog wel wat regen, maar als wij opstaan is het nog droog.

Naast de camping ligt een groot grasveld. Als ik de camper uitkom staan, liggen, zitten en lopen er een twintigtal kangoeroes op het gras. Het lijkt alsof kangoeroes grazen, maar het kan ook zijn dat zij in het gras naar voedsel aan het zoeken zijn. Een kangoeroe gaat bij een struik op zijn tenen staan om met zijn  bek en voorpoten de hogere, jonge bladeren naar zich toe te halen. Zo rechtopstaand is hij wel twee meter groot. Meestal zijn kangoeroes schuw en gaan zij op enige afstand zitten kijken of je een gevaar voor hen bent. Als ik ze langzaam nader, blijven deze dieren rustig doorgaan met dat waar ze mee bezig waren. Er is ook een moeder met kind. Het jong is inmiddels de moederbuidel ontgroeid, maar blijft wel veilig in de buurt van zijn moeder.

Een uur later zijn alle kangoeroes in het bos verdwenen. De witte vogels met gele kam die wij gisteren op en boven de camping zagen rondvliegen, blijken geen galahs maar kaketoes te zijn. Weer wat geleerd. Vandaag vliegt er hier en daar een rond, maar de groep van gisteren laat zich nog niet zien.

Voordat wij van de camping vertrekken, regent het al. Een miezerige regen die de hele dag kan voortduren. Het Brambuk cultureel centrum heeft een fraaie architectonische vorm, aangepast aan de omgeving waarin het staat. Het oranje gelaagde dak heeft de vorm van de gespreide vleugels van de kaketoe. Maar je kunt er ook de bergtoppen van de Grampians in zien. De dragende pilaar in het midden van de ruimte heeft de vorm van een boom. De dakspanten spreiden zich vanaf de stam als takken in alle richtingen. Een spiraalvormige opgang in de tentoonstellingsruimte verbeeldt een opgerolde slang.

Het centrum wordt beheerd door vijf Koori gemeenschappen in samenwerking met Parks Victoria. In teksten, afbeeldingen en foto’s wordt de ingegaan op de historie en de cultuur van de aboriginals. Natuurlijk wordt ook hier gewezen op het feit dat hier sprake is van de oudste beschaving ter wereld. Ook in de Grampians zijn prehistorische rotstekeningen te zien, al hebben wij ze gemist. Waarschijnlijk kun je ze alleen te zien krijgen als je een tour met een gids maakt.  Veel aandacht wordt besteed aan de recente geschiedenis. De westerlingen hebben daarin een weinig fraaie rol gespeeld. Veel aboriginals overleden aan westerse ziekten waartegen zij geen immuunsysteem hadden opgebouwd. Erger was dat veel aboriginals stierven in de bloedige strijd om de eigendomsrechten van het land waarin zij generaties lang hadden gewoond. Deportaties, massaslachtingen, gedwongen aanpassing aan Britse gewoonten, gedwongen opgeven van eigen culturele waarden, dit alles leidde ertoe dat het aantal aboriginals in deze regio in het begin van de vorige eeuw was afgenomen tot minder dan 1000. Fel verzet tegen de westerse onteigeningspraktijken en overheersing leidde uiteindelijk tot erkenning van de rechten van de aboriginals, de eigenheid van hun cultuur en religie en teruggave van delen van het in bezit genomen land.

Na de middag vertrekken wij uit Halls Gap. Het is harder gaan regenen. Langs het meer rijden wij in zuidelijke richting door de Grampians. Aanvankelijk door een dicht eucalyptusbos. Aan twee kanten als hoge kragen de Serra Range, de bergen van dit gebied. Wolken hangen om de toppen van de lage bergen. Later wordt het bos wat opener en links van ons maakt de bergketen plaats voor lager gelegen weilanden met bomen erin. In de wazige vochtigheid van laaghangende wolken en regen ziet tussen levende en dode bomen het landschap er spookachtig uit.

Na 65 km zijn wij in Dunkeld, het zuidelijkste puntje van de Grampians. Vanaf hier rijden wij in een bijna rechte lijn naar het zuiden, richting Zuidelijke Oceaan. Het landschap met vrijwel alleen maar weilanden doet bijna Europees aan. Alleen de boomsoorten zijn hier anders. Veel eucalyptussen en Cypress Pines. De boerderijen liggen hier minder ver uit elkaar dan wij tot nu toe gewend zijn. Wij voelen ons hier in een duidelijk westerse omgeving. Ver weg van de woestijnen en de verlatenheid die wij in het westen, midden en noorden van Australië hebben ervaren.

De hele weg tot aan de kust regent het. Soms hard, soms zachter, maar wel continu. Wij maken nog een kleine omweg naar Port Fairy. Volgens de Lonely Planet met zijn zandstenen en zwarte stenen gebouwen in 2012  benoemd tot de meest leefbare plaats ter wereld. Een aardig plaatsje, dat wel, maar heel bijzonder vinden wij het niet.

Daarom rijden wij via snel naar de grotere stad Warrnambool naar de Great Ocean Road, de weg die vlak voor Peterborough bij de kust komt. Onze eerste fotostop is de Bay of Islands. Ongelooflijk, maar waar. De hele dag heeft het geregend, maar nu wij uitstappen is het droog. Vanaf verschillende uitzichtpunten kijken wij naar de Bay of Islands. In en om een baai staan kleine eilanden als zuilen en als taartpunten in het water. Zeemeeuwen vliegen eromheen. Verticale kliffen aan alle kanten. Ooit maakten zij deel uit van het vaste land, maar de zee heeft in enkele duizenden jaren steeds meer zachte zandsteen weggenomen. Ook nu nog kunnen bij zware stormen stukken land worden weggeslagen. De ruwe steile wanden hebben een prachtige kleurenmengeling van bruin en geel.

Even verderop komen wij bij de Bay of Martyrs, de Baai der Martelaren. Waarom de baai zo heet, weten wij niet. In elk geval krijgen wij van hieruit dezelfde eilanden vanuit een andere hoek op afstand te zien. Wel een mooi uitzicht, ondanks de dichte grijze bewolking.

Een paar kilometer verder is er weer een parkeerplaats. The Grotto. Een pad, ook begaanbaar voor rolstoelen en rollators, leidt ons geleidelijk tot een lager gelegen punt aan de rand van een afgrond. Hier kijken wij de diepte in. Recht voor ons zien wij een zandstenen rotswand met onderin een grote ronde opening waardoor de zee zichtbaar is. Het water van de Zuidelijke Oceaan heeft hier een gat geslagen door de rotswand. Tussen deze wand en het punt waar wij staan is nog een hele grot uitgehold. Via houten trappen kunnen wij verder naar beneden tot een paar meter boven het zeeniveau. Nu kijken wij opnieuw door de boog. Daarachter bevindt zich nog een halve rotswand en daarachter de zee. De kleuren van het zandsteen zijn werkelijk prachtig. Groene planten en enkele paarse bloemen zorgen voor de nodige variatie.

Het begint opnieuw te regenen. Dus slaan wij enkele uitzichtpunten over. Daar rijden wij morgen nog even naar toe. Nu rijden wij door naar Port Campbell. Wij krijgen een plaats achter in de camping, terwijl er meer naar voren genoeg lege plaatsen zijn. Een modderig pad, een eind lopen naar het toiletgebouw, geen wifiverbinding. Rianne gaat bij de receptie vragen of wij een andere plaats kunnen krijgen. Dichter bij het sanitaire blok en dichter bij de wifi-voorziening. De vrouw bij de receptie geeft geen toestemming. Weigert zelfs op een botte manier.

Ver weg in Nederland viert de familie de eerste  verjaardag van kleinzoon Melle. In het plaatselijke restaurant drinken wij ter gelegenheid daarvan een biertje. Ook zonder deze aanleiding zouden wij dat waarschijnlijk wel hebben gedaan. In het donker keren wij terug naar onze modderige camping. Nog steeds geen internet.

Foto’s