Weer een nieuwe lente

28 oktober 2016 - Launceston, Australië

Vrijdag 28 oktober 2016

Even een paar zaken in perspectief. Australië is 185 keer zo groot als Nederland, maar heeft slechts 22 miljoen inwoners. Tasmanië is ongeveer twee keer zo groot als Nederland en heeft maar 500.000 inwoners. De meeste daarvan wonen in Hobart of Launceston. Het kan dus niet anders of de rest van het eiland is erg dun bevolkt. De plaatsen waar wij doorkomen zijn soms zo klein dat er niet eens een kern of een winkel is. Soms zijn er enkele straten. Zodra een plaats een naam heeft, heet het al gauw een town. Elk dorpje, hoe klein ook, wordt een stad genoemd. De doorgaande wegen heten Highways. Buiten de twee grote steden zijn deze niet eens zo breed als onze provinciale wegen.

Over de Great Eastern Drive rijden wij naar het noorden. De weg is een deel van de Tasman Highway, maar wordt hier waarschijnlijk om toeristische redenen zo genoemd, naar het voorbeeld van grote broer Australië. Voorbij de afslag naar Freycinet Peninsula is dit een kustweg. Soms zien wij witte stranden, soms reikt het groen tot aan de zee. Wij komen door een paar vakantieplaatsen als Bicheno en Scamander. Veel vakantiewoningen, ook veel in de verkoop. Het hoogseizoen begint hier pas omstreeks Kerstmis, dus er is nog veel leegstand en op straat is het niet druk.

In Scamander kijken wij vanaf de brug naar Scamander Pelican Sands, een grote zandbank aan de monding van de Scamander River. De naam spreekt voor zich en inderdaad, er liggen op de zandplaat drie pelikanen te slapen. Een grote kolonie meeuwen zit en staat op het zand en dobbert op het rustige water. Af en toe vliegen een paar meeuwen een rondje en landen dan weer tussen hun soortgenoten. Zolang wij staan te kijken, verroeren de pelikanen zich niet.

Noordelijker ligt St. Helens. Van oudsher een vissersplaatsje. Nog steeds liggen er kleine vissersboten afgemeerd, maar er liggen ook zeewaardige plezierjachten. Ook hier is de vakantietijd nog niet aangebroken. Het is rustig in deze niet al te grote plaats.

Als wij St. Helens uitrijden verlaten wij de kust. Wij gaan het binnenland in, over de North-East Touring Trail. Ook deze is een deel van de Tasman Highway. Een paar kilometer buiten het stadje zien wij in de verte een bruin beest op de weg. Rianne remt tijdig af. Ik houd mijn fototoestel in de aanslag. Dichterbij gekomen blijkt het een bruine Barnevelder kip te zijn. Een beetje ver van huis, maar toch. Hier loopt het dier vrij op de Highway. In Nederland hebben de soortgenoten minder leefruimte.

Weer enige kilometers verder opnieuw een bruin dier op de weg. Deze keer hebben wij meer geluk. Het is een echidna. Een miereneter, iets groter dan een egel en met een spitse snuit om in de grond te wroeten en mierennesten overhoop te halen. Het is een zoogdier, maar vreemd genoeg legt het eieren in plaats van levende jongen ter wereld te brengen.

De weg voert ons 165 km lang door een heel afwisselend landschap. Overigens wordt hier in Tasmanië in het spraakgebruik een afstand niet in kilometers maar in tijd uitgedrukt. Van St. Helens naar Launceston is dan geen 165 km maar 2,5 uur rijden. Dat heeft te maken met het gegeven dat veel wegen door bergachtig gebied gaan en erg bochtig zijn, waardoor je geen hoge gemiddelde snelheid kunt halen.

Op onze route wisselen heuvels en bergen elkaar af. Groene weiden, naaldbossen, eucalyptusbossen, dichte regenwouden, wij komen erlangs of we komen erdoor. Het lentegroen laat al zijn tinten en schakeringen aan ons zien. De zon staat hoog aan de hemel. De lucht is blauw. Bomen staan in bloesem. Kalfjes en lammetjes in de weiden. Wildflowers bloeien in de weilanden en in de bermen. Voor de derde keer dit jaar maken wij de lente mee. Eerst in Nederland, daarna in West-Australië en nu op Tasmanië.

Bij Pyengana, ruim 25 km buiten St. Helens, slaan wij een zijweg in. Voorbij een kaasproeverij temidden van uitgestrekte, hellende weilanden komen wij in een regenwoud. Hier bezoeken wij Hall’s Falls. Een mooie, brede waterval. Daarna een paar kilometer verderop langs dezelfde weg de St. Colomba Falls. De grootste waterval van Tasmanië. In etappes valt het water 90 meter naar beneden. Aan de bovenkant zien wij het water in het licht van de zon vernevelen. Wit bruisend stort  het meeste water tegen en over rotsen omlaag. Aan onze voeten zoekt het tussen grote rotsblokken zijn weg in een wild stromende bergbeek.

Terug op de Tasman Highway rijden wij vrijwel in één ruk door naar Launceston. De zon staat al lager en verblindt ons af en toe. De weg is bochtig, voor het grootste deel door heuvelachtig gebied, maar een paar stukken ook door de bergen.

Tegen de avond komen wij in Launceston. Ons Bed and Breakfast voor de komende twee nachten wordt gerund door een Nederlands echtpaar. Al in 1984 uit Nederland vertrokken. Hun kinderen wonen verspreid in Nederland, Tasmanië en Nieuw-Zeeland. Nu die het huis uit zijn, hebben zij ruimte om het B&B te runnen. De vrouw des huizes ontvangt ons met een kop koffie. Vanuit onze kamer hebben wij zicht op de River Tamar. 

Foto’s