Launceston

29 oktober 2016 - Launceston, Australië

Zaterdag 29 oktober 2016

Het uitzicht op de rivier en de wijde omgeving is schitterend. Vanuit onze slaapkamer kijken wij over de daken van lager gelegen huizen het dal in. De brede rivier maakt een paar lussen vlak buiten de stad. Aan de overkant rijden auto’s op de East Tamar  Highway. Tegen de heuvels daar is ook een stadswijk gebouwd. In de verte liggen de bergen van Mount Barrow State Reserve. In de tuin van ons Bed and Breakfast staat een soort Japanse kers volop in bloei. Ook de sierbloemen in de tuin staan volop in bloei.

Wij hebben in een goed bed geslapen en ontbijten een verdieping hoger in de woonkamer van onze gastheer en gastvrouw. Van hieruit is het uitzicht nog mooier dan vanuit onze slaapkamer. De gastvrouw biedt aan om voor ons de was te doen. Van dat aanbod maken wij dankbaar gebruik.

Eerst gaan wij in de stad wat boodschappen doen. Dan parkeren wij onze auto net buiten de stad, langs de kant van de West Tamar Highway. Van hieruit lopen wij rechtstreeks een gorge in. De River Tamar Cataract. Ofwel: de waterval van de Tamar rivier. In werkelijkheid is het echter helemaal niet de Tamar rivier maar de South Esk River. Bij Launceston komt deze samen met de North Esk River. Pas vanaf de stad vormen zij samen tot de zee de River Tamer.

Een vreemde gewaarwording, zo’n grote overgang. Vanuit de stad loop je zo een canyon in. Een voetpad langs een steile bergwand. De sterk vervuilde South Esk River stroomt met een behoorlijke snelheid richting stad en mondt uit in de River Tamar. Aan de overkant van de South Esk River gaat de rotswand zo steil omhoog dat er niet eens ruimte voor een wandelpad is. Daar kun je alleen over de berg heen naar de andere kant. Een paar honderd meter stroomopwaarts is die ruimte er ook aan onze kant niet meer. Hier gaat het pad verder over een houten vlonder die tegen de rotswand is aangebouwd.

Bij een bocht in de rivier zijn er wat hoogteverschillen. Deze houden het midden tussen een waterval en stroomversnellingen. Hier stroomt het water in een groot waterbassin, van waaruit de rivier weer verder stroomt in de richting van de stad.. Hier is het dal ineens een heel stuk breder. Er is een park, een openlucht zwembad, een restaurant, een stoeltjeslift over de rivier, een kabeltram langs de tegenoverliggende helling.

Over een wiebelende hangbrug gaan wij naar de overkant van de rivier en volgen daar een korte track verder stroomopwaarts naar een uitkijkpunt. Hier en daar hoopt geel-wit schuim van de rivier zich op tussen de rotsen. Het water heeft een kleur alsof de riolering van Launceston op de rivier wordt geloosd. Het uitzicht vanaf de Lookout valt tegen.  Wij lopen terug naar het bassin en gaan vandaaruit via een pad over de ZigZag Reserve heen terug naar de stad. Een pittige klim en een vrij steile afdaling.

Over de West Tamar Highway rijden wij naar het noorden. Tegen vijf uur komen wij in Beaconfield aan. Bij het goudmijnmuseum zien wij nog juist de laatste bezoekers naar buiten komen. Van buitenaf zien wij de bovenbouw van een mijnschacht, enkele oude machines en wat gevels overeind staan. De gebouwen erachter zijn voor een groot deel verloren gegaan.

Vijf kilometer verderop ligt Beauty Point. De River Tamar is hier op zijn breedst. Twee inhammen in het land, de Middle Arm en de West Arm maken de rivier hier nog breder dan die zelf al is. In de verte ligt een zeeschip in de rivier. Op een oever staat een oude werf, nu als een groot visrestaurant in gebruik.

Op de terugweg gaan wij even naar en over de Batmanbrug. Genoemd naar een koopman uit Launceston en mede-stichter van de stad Melbourne. Het is de eerste tuibrug in Australië en een van de eerste in de wereld. Gebouwd in de zestiger jaren. In Nederland zijn de Erasmusbrug in Rotterdam en de Martinus Nijhoffbrug bij Zaltbommel ook voorbeelden van tuibruggen. De brug is met kabels aan twee dragende pilaren opgehangen die samen met het wegdek de letter A vormen.

Even van de Highway af komen wij in Grindelwald. Niet alleen de naam, maar ook de hele bebouwing doet Zwitsers aan. Het blijkt een luxe resort te zijn. Door een Nederlander gebouwd. Wij maken een wel heel korte wandeling door het ommuurde winkelcentrum. Om deze tijd, zes uur ’s avonds, zijn alle zaken gesloten. Een uitgestorven locatie.

Terug in Launceston maken wij een stadswandeling. Wij passeren veel historische gebouwen, variërend van tweede helft 19e tot eerste helft 20e eeuw. Ons valt op dat er zoveel kerkgebouwen zijn. Later horen wij van onze gastheer dat er in Launceston 70 kerken staan. Een heel christelijke plaats, maar het christendom is hier wel erg verdeeld.

Als wij ’s avonds in onze B&B terugkeren, kijken wij uit over de vele lichten van de stad.

Foto’s