Mona en de dronken admiraal

6 november 2016 - Hobart, Australië

Zondag 6 november 2016

Het Mona Museum of Old and New Art opende gisteren een nieuwe expositie: On the Origin of Art. Een tentoonstelling met een mix van hedendaagse en zeer oude kunst. Het gebouw ligt aan de noordkant van Hobart aan de oever van de Derwent River. Er is weinig parkeerruimte, dus het is beter om er niet met de auto naar toe te gaan. Aan de pier bij Brooke Street ligt een dubbeldeks catamaran voor ons klaar. De Mona Roma I. Deze brengt ons binnen een half uur naar het Mona Museum. Om elf uur ’s morgens zitten al veel mensen op de boot aan het bier of de champagne. Voor ons is het daarvoor nog te vroeg.

Het museum is het grootste private museum van Australië. In 2001 gebouwd en ingericht in opdracht van de Tasmanische miljonair David Walsh. In het museum zijn al meer dan 400 kustwerken uit de privécollectie van David Walsh opgenomen. Alleen het gebouw is al een kunstwerk. Van buiten ziet het eruit als een ommuurd kasteel, gebouwd op het Berriedale Peninsula. De blinde muren zijn lichtbruin, de verstevigde hoekdelen zijn roestbruin gekleurd, net als de bovengrondse bouw. Op een pleintje bij het museum staat een grote dieplader met daarop een betonmolenauto. Alles gemaakt van betonijzervlechtwerk. In dezelfde roestbruine kleur als het gebouw. Ter gelegenheid van de opening  van de speciale tentoonstelling vinden er afwisselend allerlei muziekoptredens plaats. Een bandje speelt op een podium jazzmuziek. Trommelaars voeren een drumnummer uit. Een namaak-aboriginal met verfstrepen op gezicht en lichaam maakt slangendansbewegingen, maar verdwijnt bij de koude wind al gauw weer naar binnen. Op het plein ligt een synthetische tennisbaan, overigens zonder net.

In plaats van de gebruikelijke imposante ingangen bij musea is de ingang hier een onopvallende glazen schuifdeur. In het gebouw voert een wenteltrap ons naar drie onderaardse verdiepingen. De expositieruimten zijn gebouwd in de zachte gele zandsteenrotsen aan de binnenkant van de kliffen rondom het Berriedale schiereiland. Zij zijn ingericht als een doolhof. Voor de speciale tentoonstelling On the Origin of Art dalen wij af tot de laagste etage. Door een vide kunnen wij naar boven kijken. Hoog aan de verticale zandstenen wand is een roestvrijstalen frame opgehangen. Van bovenaf schijnen lampen hierop. Uit de buis vallen computergestuurd zodanig waterdruppels naar beneden, dat zij samen letters vormen. Wij herkennen woorden en namen, gedeeltelijk betrekking hebbend op de actualiteit: Trump, Emergency, bushfires, Stephens, Ireland, day, work.

Op de onderste verdieping zijn vier openingen naast elkaar in een muur. Door elke ingang komen wij via een donkere sluis in een labyrinth van expositiezalen. Hier vinden wij veel moderne en wat minder oude kunst bij elkaar. Een menselijk naakt zonder hoofd, een dood paard hangend in een lus. Beide van moderne kunststoffen en heel natuurgetrouw gemaakt. Twee scooters die zodanig zijn verbogen dat zij als een verliefd stel elkaar omarmen. Een kamer vol spiegels met gele wanden en objecten met zwarte noppen, waardoor je jezelf omringd ziet door veelvouden hiervan. Schilderijen, tekeningen, enkele 17e-eeuwse schilderwerken, twee goed geconserveerde sarcofagen van zo’n 3000 jaar voor Christus. Een lange wand met 71 gipsafdrukken van vrouwelijke genitaliën. Computergestuurde video’s met verrassende effecten. Een pompeus opgeblazen rode Jaguar, alsof die overal bolle wangen heeft.

Wij hebben te weinig tijd om alles te zien en zouden nog graag langer blijven. Maar om drie uur komt de catamaran ons echter weer ophalen. Jammer. Een schitterend museum met een prachtige eigen collectie en een even prachtige tijdelijke expositie.

De catamaran die ons vanmorgen heeft weggebracht, haalt ons ook weer op. Eenmaal terug in de stad wandelen wij langs het Nationaal Museum van Tasmanië, het stadhuis, het oudste hotel van Australië, de haven, het parlementsgebouw. Bij Salamanca Place drinken wij een biertje. Dan vervolgen wij onze wandeling door de oude stad. Langs 19e- en begin-20ste-eeuwse panden, door de wijk Battery Point en weer terug naar de haven.

Bij The Drunken Admiral, een seefarers restaurant aan de waterkant, genieten wij van onze laatste warme maaltijd op Tasmanië. De inrichting van het restaurant is helemaal in de stijl van een oude vissersboot. Aan het plafond hangt een houten roeiboot. Aan een muur hangt een groot roer. Aan andere wanden hangen dikke trossen, olielampen, veel oude foto’s. Vlak bij het toilet is een kleine kajuit gebouwd voor de scheepstandarts. Een matroos zit met open mond gereed voor een tandarts die nog niet is. Een oud apparaat om in kiezen te boren staat voor gebruik gereed. Elders in het restaurant is het vooronder met een boeg nagebouwd. Er hangen wat olielampjes met elektrische verlichting aan de wand. In deze ruimte staat een tafeltje voor twee bezoekers. Het wordt aan ons toegewezen. Wij zitten er intiem en gevrijwaard van het geroezemoes van de andere gasten. De vis die hier wordt geserveerd is supervers. Het vlees is stevig en lekker. Bovendien krijgen wij er aan heerlijke, verse gemengde sla bij. Een heerlijke Pinot Grigio  van Devils Corner maakt de maaltijd compleet. Wij vragen om bruiswater en krijgen een fles Pure Sparkling Rainwater van Tasmanië. Nooit eerder hoorden wij dat het ergens water met bubbels regent. Hier dus wel!?

Foto’s

1 Reactie

  1. Margriet:
    8 november 2016
    Hoi Bob en Rianne,

    Zou je wel willen he dat het nog 6 september is! Geniet lekker verder en voor het naderende afscheid: goede reis en kom weer veilig thuis.
    Liefs, Albert en Margriet