Weer een grens gepasseerd

14 oktober 2016 - Halls Gap, Australië

Vrijdag 14 oktober 2016

Vannacht hebben wij slecht geslapen. Het was koud buiten. Circa 6 graden. De isolatie van onze camper houdt die kou niet helemaal buiten de deur. Bovendien ligt de camping in Bordertown vlak naast de Highway en het vrachtverkeer dendert ’s nachts gewoon door. Twee treinen passeren de camping en geven een luid signaal bij het naderen van de nabijgelegen gelijkvloerse kruising van weg en spoorlijn.

Enkele kilometers buiten Bordertown passeren wij de grens tussen Zuid-Australië en Victoria. Binnen 50 meter voorbij de grens passen het navigatiesysteem van de auto en onze mobiele telefoons zich aan de nieuwe situatie aan. Het is nu een half uur later dan een minuut geleden. Het tijdverschil met Nederland is nu 9 uur. Overigens heet de zomertijd in Australië daylight saving time. Voor de Australiër is het niet zozeer van belang of het zomer of winter is. Het gaat erom dat het  langer kan worden gebruikt.

Door een vrijwel vlak landschap rijden wij in oostelijke richting. In Victoria geldt een maximumsnelheid van 100 km per uur. In West- en Zuid-Australië was dat 110 en in Northern Territory zelfs 130. Wij passen ons moeiteloos aan. Overigens waarschuwt ons navigatiesysteem ons bij elke snelheidsoverschrijding, ook binnen de bebouwde kom.

Om ons heen voornamelijk grasland, bijna tot aan de horizon. Vrijwel altijd staat er wel ergens een boom los in het land. In enkele weilanden is het gras al gemaaid en ligt het te drogen. Kuddes schapen bewegen zich traag in het gras. Als Rianne een foto maakt, kijken de beesten haar schaapachtig aan. Het blad van de eucalyptusbomen is hier donkerder dan dat van de bomen in Zuid-Australië. De kruinen hebben een bruin-rode gloed. Niet verdord, gewoon gezond. Op andere plaatsen is het weiland door de vele bloemen tijdelijk omgetoverd tot één gele bloemenzee.

Weer een aantal kilometers verder wordt graan verbouwd. Het is nog vroeg in het seizoen, dus de stengels zijn nog kort en de halmen groen. In elk dorp staat wel een grote graansilo te wachten op de oogst die gaat komen. Hier, maar vooral in de 100 km zuidelijker gelegen Wimmera, is de graanschuur van Victoria.

Bij Nhill steken wij door naar het zuiden, dwars door het Little Desert National Park. De vruchtbare gras- en graangronden gaan vrij abrupt over in zand. Wel volop begroeid met stekelige lage struiken en woestijnbomen, maar toch een heel andere bodemgesteldheid. Aan de zuidkant is de overgang naar groene weiden bijna even scherp.

Over een smalle weg rijden wij naar Mitre. Daar komen wij op een bredere weg naar Natimuk en daar voorbij op de Wimmera Highway naar Horsham. Een behoorlijke stad. Niet zo vreemd, want hier is een knooppunt van Highways: de Western Highway naar het westen en naar het zuidoosten, de Henty Highway naar het noorden en naar het zuiden, de Wimmera Highway naar het zuidwesten en naar het oosten.

Ongeveer twintig kilometer ten zuidoosten van Horsham verlaten wij de Western Highway en gaan over een vrij smalle asfaltweg de bergen in, De weg slingert door het noordelijk deel van het Grampians National Park, volgt in zijn bochten de hellingen van de bergen. Het bos waar wij doorheen rijden, vertoont nog duidelijk de sporen van de grote brand in 2014. Veel hectaren bos vielen ten prooi aan de vlammen. Veel bomen zijn zwartgeblakerd. Dode stammen en takken steken als dode skeletten uit de grond omhoog. Toch is de natuur ook hier bezig, haar rechten te hernemen. Op de bodem groeien al weer verschillende grassoorten en staan wildflowers in bloei. Aan veel struiken en bomen zijn toch weer bladeren gaan groeien.

De weg voert ons naar de top van een berg. Hier, op de Balconies, hebben wij vanaf de rand van steile kliffen naar twee zijden vergezichten over de laagte diep beneden ons. Er zijn meer uitzichtpunten, maar wij willen eerst een plaats op de camping veilig stellen.

Halls Gap ligt midden tussen de bergen. Slechts van één kant kun je vanuit de lager gelegen gebieden vrij eenvoudig deze plaats bereiken. Alle andere routes gaan via al dan niet verharde wegen over bergpassen naar deze toeristenplaats. Vanuit het stadje kijk je in drie richtingen naar hoge , steile bergwanden. Het voelt bijna aan als een veilige beschutting.

Vlak bij de dam van het Bellfield stuwmeer ligt de camping die wij zoeken. De eigenaresse is een Nederlandse vrouw, die getrouwd is met een Australiër. De dame bij de receptie is een Belgische vrouw, die als backpacker naar dit werelddeel is gekomen en vervolgens hierheen is geëmigreerd. Omdat wij uit Nederland komen, krijgen wij korting. Een aardige geste. De campingplaatsen zijn ruim, de toiletten en de keukens zijn super schoon. Voor de kinderen een speeltuintje en acht trampolines met netten eromheen op een rij. Er is bij de receptie een overdekte plaats waar gratis wifi is en waar veel oplaadpunten voor apparatuur zijn. Vogels vliegen hier druk rond. In de avond- en ochtendschemering kunnen hier zomaar kangoeroes over de camping springen.

Als wij eenmaal onze overnachtingsplaats hebben veiliggesteld, rijden wij een stukje terug over de weg waarlangs wij zijn gekomen. Op de weg naar het startpunt van onze wandeling zit naast de weg een kangoeroe op ons te wachten. Wij zijn hem voorbij voordat wij hem op de foto kunnen zetten. Vanaf de parkeerplaats maken wij een wandeling naar de Pinnacle, een hoge uitkijkpost op de rand van een verticale klif. De wandeling is retour maar 5,5 km lang, maar voert over schuine rotsvlakken, natuurlijke rotstrappen, aangelegde rotsbloktrappen, metalen trappen en een metalen looppad naar ons doel. ‘Niet geschikt voor kleine kinderen en oudere mensen’, staat er in de beschrijving van dit wandelpad. Wij rekenen ons tot de groep daartussen in. Het landschap is ruw. Er is een canyon die zo smal is dat twee personen elkaar niet kunnen passeren. Maar het einddoel is de moeite waard. Wij staan op de rand van eens steile rotswand. Diep beneden ons ligt in het dal Halls Gap en meer naar rechts onze camping en daarachter het stuwmeer. Meer naar links zien wij door de enige opening tussen de bergen in de verte het vlakke laagland. Een prachtig uitzicht!

Op de terugweg naar Halls Gap zit de kangoeroe nog steeds op ons te wachten. Hij laat zich in alle rust fotograferen en verdwijnt dan met een paar sprongen in het bos. Dicht bij de camping steekt een grote kangoeroe met gevaar voor eigen leven vlak voor onze camper de weg over. Hij voegt zich bij een stuk of drie soortgenoten die op een bospad op hem staan te wachten.

De avond lijkt minder koud dan was voorspeld. Even afwachten hoe de nacht zal zijn.

Foto’s