Aboriginals – de Jawoyns

16 september 2016 - Jabiru, Australië

Vrijdag 16 september 2016

De Jawoyns zijn de lokale bewoners in het hele gebied van Katherine tot aan de Timorese Zee. Zij zijn Bininj, autochtone bewoners. Buitenlanders, vreemdelingen heten hier Balanda. Volgens de Jawoyn is Australië gecreëerd door Bula, een geest die vanuit de oceaan het land en daarin ook het Jawoyn land heeft gemaakt. Dat land heet hier in de omgeving van de South Alligator River Valley Buladjang, het Land van Ziekte. In duizenden jaren hebben de Jawoyns geleerd om het land goed te beheren, het in elk geval niet te verstoren. Wie het land verstoort, wordt ziek en gaat dood.

In de vorige eeuw werd hier uranium gevonden. De balanda, de Europese Australiërs, gingen zonder veel eerbied voor de heilige plaats die dit gebied is, in dagbouw een grote uraniummijn beginnen. Omdat in omstreeks 1980 nog weinig aandacht aan gezondheidsrisico’s op het werk bestond, werden veel mensen die in de mijn werkten, ziek en stierven te vroeg. Volgens de Jawoyns het bewijs van hun gelijk, dat je de heilige gronden met rust moet laten.

Drie oudere Jawoyns eisten het land op waarop zij jaren, eeuwen, hadden geleefd. Hun actie leidde tot veel politieke discussies op nationaal niveau, tot rechtszaken, uiteindelijk tot teruggave van het land aan de aboriginals en tot wetgeving die de Rangers Mine Company dwingt om uiterlijk in 2021 de mijn  te sluiten en in 2026 de grond weer leefbaar op te leveren.

In het geloof van de Jawoyns is nog een andere geest van belang. Het is Almudj, die de gedaante van een Rainbow snake, een regenboogslang, heeft aangenomen. Deze leeft in diepe waterholen. Almudj kan voorspoed of tegenslag brengen. Daarom mag deze geest ook niet verstoord worden. Zwemmen of vissen in diepe waterholen is dan ook streng verboden.

Voor de Jawoyns in het Kakadu National Park is het jaar ingedeeld in zes seizoenen. De maanden januari, februari en maart vormen het Monsoon seizoen. Het is de tijd van de hevige regenval, waarbij veel overstromingen plaatsvinden. Door de zware regenbuien vallen graszaden op de grond. Ganzen leggen hun eieren. April is de tijd van de stormen. Regen, onweer, cyclonen. In mei wordt het weer rustiger, maar het blijft vochtig. Het is de tijd van de sprinkhanen. De rood-ogige pinguïns leggen hun eieren. Juni, juli en augustus vormen het koude-weer-seizoen. Bloemen komen tot bloei. Van eind augustus tot begin oktober is het droge, hete seizoen. Bomen krijgen bloesem en beginnen vruchten te ontwikkelen. Van midden oktober tot eind december is er tenslotte het Pre-Monsoon seizoen. Het fruit van de fruitbomen kan worden geoogst. Het natte seizoen breekt aan. Regen- en onweersbuien zijn de voorbode van het Monsoon seizoen. Eeuwenlang gingen de Jawoyns op jacht met primitieve speren, gebruikten ze hakbijlen zoals wij in het stenen tijdperk en vlochten zij primitieve fuiken voor de visvangst. Intussen zijn hu jachtmethoden wel meer aan de moderne tijd aangepast.

Wat hier over de Jawoyns is gezegd, kan moeiteloos met kleine veranderingen ook worden gezegd van de vele andere gemeenschappen van aboriginals. Elks streek in Australië heeft haar eigen volk. Veel aboriginals leven nog in gesloten gemeenschappen. Het is opmerkelijk dat aboriginals wel gewoon overtal kunnen komen waar westerlingen ook kunnen komen, maar dat het omgekeerde niet het geval is. In veel gebieden die aan de aboriginals zijn teruggegeven, mogen blanken niet komen, of pas nadat zij daarvoor apart toestemming hebben gekregen, bijvoorbeeld in de vorm van een toegangskaart.

Het afbranden van de grond is een wezenlijk onderdeel van de cultuur van de aboriginals. Het is ook een manier van natuurbeheer die haar gelijk door de jaren heen bewezen heeft. Een methode die de Europese Australiërs inmiddels hebben overgenomen. Het gebeurt systematisch. In april-mei worden stroken gras in brand gestoken. Doordat de natuur nog vochtig is, blijft het vuur beperkt tot lage grassoorten. Bomen worden niet aangetast. Dieren kunnen gemakkelijk op tijd wegkomen. In juni-juli worden weer andere stukken grond in brand gezet. De natuur is nu droger. Ook bomen worden door het vuur aangetast. Voor een deel komen ook dieren om in het vuur. Na de brand herstelt de natuur zich echter snel. Plantensoorten die door andere waren overwoekerd, krijgen nieuwe kansen om te groeien. Dieren keren terug naar de verschroeide aarde en vinden in jonge planten weer voldoende voedsel. Branden in het droge seizoen bestrijken vaak grotere gebieden. Door de wind verspreiden zij zich gemakkelijk. Zij verwoesten veel meer dan ooit de bedoeling kan zijn. Zij zijn moeilijk te bestrijden. Vandaar dat veel gemeentes een beleid hebben dat branden alleen door vergunninghouders mogen worden gesticht.

2 Reacties

  1. Judith:
    17 september 2016
    Balanda... In het Indonesisch wordt Nederland belandt genoemd. Toeval? Of heeft dat toch iets te maken met de ligging van australie tov Indonesië en de VOC? Is er in het verleden contact geweest tussen de aboriginals en de bewoners van Indonesië?

    PS goede en mooie film om te kijken is Australia. Prachtig gefilmd en goed inzicht in het leed dat de aboriginals is aangedaan door de westerlingen.
  2. Marcel Toebak:
    19 september 2016
    Ben nu bij. Leuk om te lezen! Groeten van je tennismaten.