Tussen de zware jongens

31 augustus 2016 - Port Hedland, Australië

Woensdag 31 augustus 2016

Bij het Roadhouse staan nog enkele lange Road Trains geparkeerd. Een grote vrachtwagen met dichte laadruimte trekt twee aanhangers  van gelijke lengte. De meeste combinaties die voor het vervoer van grond of van ijzeroer worden gebruikt hebben zelfs vier laadbakken. Ik tel 82 wielen. Later op de dag zie ik zelfs combinaties met 86 wielen.

Wij willen nog even terugrijden naar de doorsteek van de Great Northern Highway door de Munjina Gorge. Een mooi aangelegd stuk weg dwars door de rotsen van de gorge. Ik wijs Rianne de weg. Na een halve kilometer merk ik op dat de witte lijnen op de weg ontbreken. Wij kunnen ons niet herinneren dat dat gisteravond ook zo was. Na een kilometer vat Rianne ernstige twijfels op of wij wel op de goede weg zitten. Ik weet zeker dat wij goed rijden. Zoveel verharde wegen zijn hier niet. Rianne opent de discussie. Na twintig kilometer geef ik mij gewonnen. Wij rijden verkeerd. De twintig kilometer terug gebruikt Rianne om mij te overtuigen van het gelijk dat zij al lang van mij gekregen heeft. Rianne heeft geen zin meer om voor één foto alsnog naar de doorsnijding van de gorge te rijden. Ik toon daar gepast begrip voor.

Over de Great Northern Highway rijden wij naar het noorden. Onderweg stuiten wij weer op wegwerkzaamheden. Aan beide zijden staat weer een wegwerker de hele dag in de zon een bord vast te houden met aan de ene kant ‘STOP’ en aan de andere kant ‘SLOW’ erop. Als wij langzaam mogen doorrijden, gaat een autootje met zwaailichten voor ons uit om ons te dwingen om niet harder dan veertig kilometer per uur te rijden. Achter de laatste auto rijdt weer een autootje met zwaailichten. Aan de andere kant van de werkzaamheden weet de man met het stop-bord dat hij na het passeren van de tweede auto met zwaailicht het bord moet omdraaien. Daarna herhaalt de procedure zich in tegengestelde richting.

Ook verderop zijn wegwerkzaamheden. Borden vragen om snelheid te verminderen. Een Road Train rijdt langzaam aan de rechterkant van de weg en stort al rijdend met vier schuin naar rechts kantelende bakken de rode grond in de berm van de weg. Rode stofwolken waaien op. Hier wordt gewerkt aan bermversteviging. Pas een heel eind voorbij de Road Train staat een man met het bord ‘SLOW’ naar ons toegekeerd. Wij mogen dus doorrijden nadat wij de werkzaamheden al zijn gepasseerd.

Pilbara is een regio vol grondstoffen. Niet alleen rondom het Karijini National Park maar ook in de wijde omgeving zijn veel mijnen, waar veelal in dagbouw grondstoffen worden gedolven. Er zijn spoorwegen aangelegd om alle bulk te vervoeren, maar ook vindt veel vervoer over de weg plaats. Het is dan ook druk op de Highway. Weinig vakantieverkeer, maar vooral werkverkeer van de grote Road Trains met vier bakken. In onze rijrichting rijden de wagens vol oer, de ijzerhoudende grond waaruit het ijzer later wordt gewonnen. In de andere richting rijden zij leeg terug. Na een korte pauze rijden wij achter een volgeladen Road Train de weg op. Het duurt ongeveer tien kilometer voordat de vrachtwagencombinatie op snelheid ligt. Zo’n honderd kilometer per uur. Het laat zich raden hoe lang de remweg van zo’n gevaarte is. De veeltonners rijden dag en nacht. Het verbaast ons dat wij langs de weg niet meer dan een dode kangoeroe en drie dode koeien zien liggen.

Het landschap is nagenoeg vlak. Veel spinifex en verspreid laag struikgewas. Af en toe platgebrand. Soms wat hopen rotsblokken. Door de natuur achteloos op en bij elkaar gelegd, maar als grote hunebedden in het land liggend.

Dertig kilometer voor Port Hedland komen North Western Coastal Highway en de Great Northern Higway bij elkaar. Het wordt drukker op de weg. Voor het eerst zien wij in West-Australië een viaduct. Het voert auto’s over een dubbele spoorlijn. Een gelijkvloerse kruising zou het vrachtverkeer over de weg volledig lamleggen. Langzaam optrekkend vertrekt een trein naar het binnenland om nieuwe lading grondstoffen op te halen. Halverwege de lange rij wagons zijn extra locomotieven bijgeplaatst om extra paardenkrachten te leveren. Ondanks de lange rechte spoorbaan zijn begin en einde van de trein niet gelijktijdig te zien. Wij schatten de lengte op twee à drie kilometer.

Vlak bij de invalsweg naar de stad ligt een grote zoutwinning. In uitgestrekte bekkens wordt een dun laagje zeewater binnengelaten. Het water verdampt in de zon. Het zout blijft achter. Door de omvang van de winning stapelt het zout zich op tot grote witte hopen.

Pot Hedland is een grote havenstad. In elk geval in deze regio. Grote spelers van wereldformaat als Rio Tinto en Billiton exporteren hier enorme hoeveelheden bulkstoffen. Er wordt jaarlijks alleen al ongeveer 200 miljoen ton ijzeroer verscheept, maar daarnaast zijn ook koperconcentraat, mangaan, kwarts en vee belangrijke exportproducten.

Wij wandelen wat in de omgeving van de haven. Alle gebouwen, kranen, machines hebben de roestbruine kleur van het ijzeroer. Stenen gebouwen en golfplaten woningen staan in dezelfde wijk.

De camping is compact en is behoorlijk bezet. Wij moeten wat heen en weer manoeuvreren om met onze te korte waterslang de watertanks van onze camper voor de keuken en voor het toilet te vullen. Een overbuurman op het smalle pad waarop wij onze wagen moeten keren, vreest kennelijk voor zijn voertuig. Als wij eenmaal definitief staan, is hij met zijn boedel vertrokken. Wij zien hem niet meer terug.

Foto’s

3 Reacties

  1. Mirjam:
    3 september 2016
    Beste Bob en Rianne,
    Met een glas rode Alamos wijn bij de hand of beter gezegd in de hand heb ik net genoten van alle (!) foto's via de video presentatie.
    Heerlijk om op een zaterdagmiddag in de stralende zon te genieten van het prachtige verre Australie.
    De eerste 213 beelden zijn gepasseerd; op naar de volgende 213
    Een goede reis verder!!!
  2. Anneke:
    3 september 2016
    we genieten van jullie verhalen, de mooie foto's van de bloeiende planten (die rode met de zwarte ogen !) en de "glamour"foto's van Rianne, je kunt zo op de kalender....
  3. Bob en Rianne:
    4 september 2016
    Hallo Anneke, de bloem met de zwarte ogen zou de Australische nationale bloem zijn werd ons door een Aboriginal verteld. Op internet heb ik dat nog niet kunnen vinden.
    Leuk jullie reacties. Dat moedigt Bob weer aan om lekker te schrijven.
    Groetjes van ons!