Wandelen bij 38 graden en afkoelen in de Hotsprings

14 september 2016 - Katherine, Australië

Woensdag 14 september 2016

Op 30 kilometer afstand van de camping is een mooie gorge waar de Katherine River doorheen stroomt. Om negen uur gaan wij aan boord van een platte schuit die ons door de kloof vaart. Aan weerszijden van  de rivier rijzen prachtig gekleurde rotsen rechtstandig uit het water omhoog. Wel 100 tot 200 meter hoog.  Rood-bruin, wit, geel, grijs, in willekeurige schakeringen. De rivier is diep ingesleten in de zachte zandstenen rotsformaties. Het proces van erosie gaat nog steeds door. Op een hoek van de rivier heeft zich door de erosie van gele zandsteen een strandje gevormd. Hier leggen krokodillen hun eieren. Ongeveer dertig per krokodil. Als de eieren bij een temperatuur van 28 tot 30 graden worden gelegd, worden vooral vrouwtjes geboren. Worden de eieren bij een temperatuur van 30 tot 32 graden gelegd, dan komen er ongeveer evenveel mannetjes als vrouwtjes uit de eieren. Is de temperatuur bij het leggen van de eieren tussen 32 en 34 graden, dan worden er meer mannetjes geboren. Bij hogere en bij lagere temperaturen is er veel ‘misoogst’.

De gorge is in een aantal segmenten opgedeeld. Wij varen nu in het eerste segment. Hier komen voornamelijk zoetwaterkrokodillen voor. Die zijn ongevaarlijk voor de mens, want zij eten vooral vis. Af en toe komen er zoutwaterkrokodillen naar hier zwemmen. Die zijn wel gevaarlijk, want die lusten ook mensen. Zoetwaterkrokodillen zijn te herkennen aan hun relatief lange bekken. Zoutwaterkrokodillen hebben veel kortere bekken. Voor leken zoals wij is er echter een eenvoudiger methode om het verschil te zien. Als een krokodil van je wegzwemt is het een zoetwaterkrokodil. Als hij naar je toe zwemt is het een zoutwaterkrokodil. Meestal kan een krokodil sneller zwemmen dan een mens. Op de voorpagina van een regionale krant staat een grote foto van een zoutwaterkrokodil. De twee achterpoten van een kangoeroe steken nog uit zijn bek. Hij kreeg zijn prooi niet in een keer naar binnen.

Op een strategisch punt in de rivier is een camera vastgelegd met een opvallend rode kleur. Krokodillen komen daar nieuwsgierig op af, zien dat het geen eetbare hap is en zwemmen weer weg. Een parkwachter leest elke dag de gegevens van de camera uit en ziet zo of er een zoutwaterkrokodil in dit gedeelte van de rivier zit. Aan de overkant van de rivier is een krokodillenval opgesteld. Die werkt als een fuik. De krokodil zwemt naar binnen en  achter hem valt een luikje dicht. Op een later moment kan de krokodil op een veilige plaats weer worden  losgelaten.

Overigens zien wij vandaag geen enkele levende krokodil.

Na twee bochten in de rivier is er een rotspartij overdwars. Onze boot kan niet verder en meert af. Te voet gaan wij verder. Wij passeren een rotswand met muurschilderingen van de aboriginals. Hoe oud deze tekeningen zijn weten wij niet. In elk geval hebben ze meermalen onder water gestaan, want in het regenseizoen staat de rivier veel hoger dan nu. Soms stroomt het water wel 20 meter hoger dan vandaag. In 1988 stonden de straten in Katherine en ook de camping 2,2 meter onder water. Elk jaar weer komt het regenseizoen terug, met zijn cyclonen en zware regenbuien. Het blijft een verrassing tot hoe hoog het water in de regenperiode komt.

De bootexploitanten hebben over de rotsen een goed begaanbaar pad aangelegd naar de tweede gorge. Daar ligt opnieuw een boot klaart die ons over de rivier verder voert. De rotswanden steken ook hier recht omhoog. Even kleurrijk als in de eerste gorge. Bij een haakse bocht in de rivier is een wiel. Een draaikolk waarin het water rondgaat en de bodem uitslijt. Hier tot wel 13 meter diep. Een heiligdom voor de aboriginals. Hier mag je niet vissen, want alle vis in dit stuk van de rivier behoort een wezen dat hier in het water huist. Het kan geluk en voorspoed brengen, maar ook ongeluk en tegenspoed. Daarom mag je dit wezen niet tegen je in het harnas jagen.

In de steile wanden zijn hier en daar grotten ontstaan. In het zachte zandsteen aan het plafond hebben kleine vogeltjes ronde gaten gemaakt waarin zij nestelen. De gaten zijn zo klein dat je er net een vinger in kunt steken. Blijkbaar toch groot genoeg voor de vogeltjes die er huizen.

Na weer een tweetal bochten stuiten wij opnieuw op een rotsdam. De boot kan niet verder. Voor uitgebreidere excursies kun je nog doorlopen naar de derde gorge en daar weer met een boot verder. Wij hebben niet voor deze uitgebreide tour gekozen en keren dus terug langs de weg die wij gekomen zijn. Op de terugweg zien wij nog een boom met in de kruin een verzameling slapende, hangende dieren. Volgens ons zijn  het vleermuizen. Hier worden het vliegende rode vossen genoemd. Ik weet niet of de Australiërs daarmee dezelfde diersoort bedoelen als wij.

Na onze boottocht maken Rianne en ik een rondwandeling. De Burawei walk. Genoemd naar een aboriginal die een actieve rol heeft gespeeld bij de teruggave van dit stuk land aan zijn oorspronkelijke bewoners. 4,8 km lang. Een eitje, zou je denken. Het pad begint met een steile klim de berg op. Naar de top van de steile wand. Een klim van 900 meter naar een hoogte van ongeveer 200 meter. Wel door mensenhanden goed begaanbaar gemaakt. We moeten wel stijgen maar hoeven niet te klimmen. Dit stuk van de route is voor ons met onze conditie geen probleem.

Boven is een uitzichtpunt gemaakt. Hier kijken wij vooral stroomafwaarts over een stuk van de rivier. En natuurlijk recht naar beneden. Boven ons vliegt een helicopter naar de gorges. Een vlucht van 10 minuten voor 99 dollar per persoon. Wij lopen wel.

Het pad gaat boven over een hoogvlakte verder. Eigenlijk is het geen pad, maar een zandweg. Begaanbaar voor een 4-wheel drive. En voor ons natuurlijk. De zandweg slingert tussen bomen en struiken door, maar voortdurend lopen wij in de brandende zon. Geen schaduw. Wel hitte, die twee keer op je af komt. Een keer rechtstreeks van boven, een keer ook van onder door de weerkaatsing door het witte zand. Bovendien  is hier boven op de hoogvlakte de temperatuur nog een paar graden hoger dan beneden bij het water.

Ongeveer twee kilometer lopen wij vrij horizontaal. Wij drinken veel water uit de veldflessen die wij hebben meegenomen, maar raken toch oververhit. Allebei transpireren wij hevig, maar bij Rianne stijgt de warmte ook naar het hoofd. We hebben al teveel water gebruikt om de weg terug te lopen, dus wij moeten door. Er volgt nog een geleidelijke afdaling over de met rotsen ondersteunde zandweg. Op geregelde afstanden zijn rubber strips dwars over de weg aangebracht om het zand op dit wegdeel te houden en om 4-wheel drives wat grip op de weg te laten houden.

Na 1,5 uur komen wij weer bij het visitor center. Beiden vemoeid. Rianne als een echte heethoofd. Letterlijk. Zeker een kwartier zitten wij alleen maar te zitten, om een beetje op adem te komen en onze verhitte lichamen aan te passen aan de airco-condities van het bezoekerscentrum.

Wij hebben wel een ijsje verdiend en eten dat buiten op het terras. Prachtige, vrijpostige vogels met blauwe of groene wangen, groene veren en witte borst, komen bedelen om kruimels.

’s Middags kopen wij bij een outdoorwinkel een nieuwe campingstoel. De rekening bewaren wij zorgvuldig totdat wij de camper in Darwin inleveren. Daarna gaan wij naar de Hotsprings achter de camping. Het water is niet echt warm, maar ook niet echt koud. Precies goed om ons het stromende water in te lokken. De ruimte is te klein voor afstandszwemmen, maar groot genoeg om een aantal mensen ruimte te geven voor het vinden van verkoeling. Links van ons staat een man in het water te roken. Tegelijkertijd weet hij in een half uur vier blikjes alcoholarm bier te verwerken. Rechts van ons zit een man in het water. Vanaf borsthoogte steekt hij boven het water uit. Hij zit een boek te lezen.

Ik pak mijn IPhone om van Rianne en mij in het water een selfie te maken. De Iphone biedt Rianne de mogelijkheid om als in een spiegel even te kijken of het haar goed zit. Na enig rangschikken kan het er wel mee door. Wij maken een selfie en kijken naar het resultaat.

‘Je moet meer lachen’, zegt Rianne. ‘Lach eens met je mond een beetje open.’ Dat doe ik en we maken weer een selfie. ‘Doe je mond maar gauw weer dicht,’ zegt Rianne zodra zij het resultaat ziet.

Nu moet ik pas echt lachen, met de mond ver open. Rianne gooit de opname onmiddellijk weg en verbiedt mij om gedurende de hele verdere vakantie op een foto nog een keer mijn mond open te houden. Voortaan  maar een zuinig glimlachje.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

2 Reacties

  1. Judith:
    15 september 2016
    Haha, ik zie t al helemaal gebeuren
  2. Mirjam:
    15 september 2016
    En ik maar wachten op de foto van Bob klem in de camping stoel, maar nog meer op de selfie met gefatsoeneerd haar en een zuinig bekkie in de hotsprings