Het regenwoud in Central Highlands

3 november 2016 - Bronte Park, Australië

Donderdag 3 november 2016

Voordat wij verder trekken, rijden wij naar Macquarie Heads, de landtong die vanaf de noordkant de monding van Gordon River vernauwt. Na een paar kilometer gaat het asfalt over in gravel. Wij rijden door stukjes regenwoud, langs kaalgekapte stukken grond, langs jonge dennenaanplant die volgens ons niet in dit landschap past. In de berm groeien wildflowers.

Bij Macquarie Heads is een wit strand. Wij kijken uit over de brede monding van de Gordon River. Recht tegenover ons ligt Bonnet Island met zijn lage witte vuurtoren. Hells Gate en Entrance Island kunnen wij niet zien, want de laatste kilometer van Macquarie Heads ontneemt ons het zicht daarop.

De catamarans van de twee maatschappijen die Gordon River cruises organiseren, zijn nergens te bekennen. De lange witte streep die wij in de rivier zien, wordt dan ook niet veroorzaakt door de schroef van een van deze schepen. Het is een bruisende branding, veroorzaakt door de botsing van twee tegengestelde waterstromen. Het rivierwater dat naar de oceaan wil en het zeewater dat bij opkomend tij de riviermonding binnenstroomt.

Na dit korte uitstapje rijden wij door Strahan weg. Aan het begin van de uitvalsweg staat een bord dat oproept om het dumpen van afval langs de weg via een kliklijn te melden. Het is niet voor het eerst dat wij zo’n bord zien. Tassies, zoals Tasmaniërs zichzelf graag noemen, houden van hun land en houden het graag schoon.

Een bochtige weg slingert door bergachtig gebied. Het regenwoud komt aan weerszijden van ons tot aan de smalle berm van de weg. Een prachtige route door West Coast Forests met weinig verkeer. Pas in de buurt van Queenstown is er wat meer verkeer. Dit stadje is het eindpunt van de historische stoomtrein die in de zomermaanden tussen Strahan en Queenstown rijdt. Vroeger in gebruik voor het vervoer van passagiers en van kopererts, nu alleen voor toeristische doeleinden. Van verre zien wij al de bergen rondom de stad. Veelkleurig gesteente. Geel, bruin, grijs, zwart, groen. Ooit was hier een onafzienbaar regenwoud, maar eind 19e eeuw werd hier in de grond koper ontdekt. Door de mijnbouw die hierna op gang kwam werd alle regenwoud weggevaagd. Inmiddels is de mijn al weer een  aantal jaren gesloten. Wat overbleef is een maanlandschap van kale bergen die door hun veelkleurigheid toch weer een zekere schoonheid hebben. In het stadje staan nog enkele fraaie koloniale gebouwen. In het centrum zien wij vrijwel geen activiteit. Veel werkgelegenheid ging verloren, maar de stad hoopt dat het opkomend toerisme nieuw elan brengt.

Intussen is het gaan regenen. Bij een kraterachtig meertje, ontstaan door het met water vollopen van een diepe afgraving, kijken wij naar de fraai gekleurde rotswanden. De iets verder weggelegen bergen zijn slechts grijze schimmen in de regen die uit het zware wolkendek naar beneden komt.

Daarom rijden wij snel door. Over de Lyell Highway, kilometers door het regenwoud van de West Coast Forests en daarna door het Franklin-Gordon Wild River National Park. Over een brug kruisen wij Lake Burbury, een van de grootste, misschien wel hèt grootste stuwmeer van Tasmanië.

Vandaag lopen wij slechts een paar korte wandelingen. Niet alleen wegens het wisselvallige weer, maar ook omdat er onderweg behalve meerdaagse tochten geen middel-lange wandelingen zijn. Over een goed begaanbaar pad lopen wij naar Nelson Falls. Een niet al te hoge waterval. Eenmaal beneden snelt het water naar een kruising, waar het in drie richtingen verder stroomt. Het bos is vochtig van de regen en van de verneveling van het water van de waterval. Wij genieten volop van de bomen, de struiken, de varens, de mossen. Eén groene pracht. Een oerbos, zoals het hier al eeuwen moet liggen. Buiten het pad door geen mensenhanden beroerd.

Iets verderop lopen wij een korte trail naar Donaghys Hill. Het pad door het bos is modderig. Er zijn ooit planken als dwarsliggers neergelegd, maar zij zijn aardig aan het wegrotten. Gelukkig zorgen onze stokken voor balans. Het pad stijgt naar de top van een heuvel. Daar is een klein houten balkon gebouwd. Een uitzichtpunt. Beneden ons zien wij de Franklin River stromen. Voor het overige zijn de omringende bergen en heuvels niet meer dan schimmige contouren tegen een nevelige achtergrond. Sprookjesachtig en spookachtig tegelijk.

Onze volgende wandeling moet een rondwandeling van 25 minuten zijn langs Franklins River. Wij stappen één parkeerplaats te vroeg uit en lopen het regenwoud in. Na een kwartier lopen over een modderig en pad met een klim en weer een daling komen wij bij de rivier. Over de rivier is een metalen hangbrug gebouwd. Een smal rooster vormt een pad over de brug. Aan weerszijden zijn tot borsthoogte metalen netten gespannen om te voorkomen dat een passant zijwaarts in de snel stromende rivier valt. Slechts één persoon tegelijk mag over de brug lopen. De hangbrug schommelt bij elke stap. Best spannend, maar wij komen een voor een veilig aan de overkant.

Aan de andere kant van de rivier gaat het pad verder. Het wordt wel minder comfortabel. Er is nog meer modder. Het risico van uitglijden en vallen wordt groter. Hoe verder wij lopen, hoe minder geëffend  het pad is. Maar daarbuiten is het helemaal onbegaanbaar. Hier ben je echt alleen. Hier voel je ook dat wat hier ligt en groeit al eeuwen lang hier is. Dikke moslagen bedekken bodem, stammen, struiken. Overweldigend, indrukwekkend, verstillend. Een gevoel van oneindigheid en tijdloosheid komt over ons heen. Prachtig!

Na tien minuten bedenken wij dat er voor een rondwandeling minstens nòg een brug nodig is en dat wij die al lang hadden moeten passeren. Wij moeten op de verkeerde route zitten. Dus lopen wij terug naar de parkeerplaats. Bij het begin van het pad staat duidelijk aangegeven dat de wandeling naar de Franklin Riverheen en terug 15 minuten kost en dat de tocht naar Frenchmans Cap, een bergtop midden in de bush, 3 tot 5 dagen retour is.

Nu wij op deze wijze de Franklin River hebben gezien, slaan wij bij de volgende parkeerplaats de oorspronkelijke beoogde rondwandeling naar de Franklin River maar over. Wij rijden rechtstreeks door naar het Visitor Centre in Derwent Bridge bij Lake St. Clair. De rivier is hier een paar meter breed. Bij Hobart is deze uitgegroeid toe een monding van meer dan een kilometer breed.

Afgelopen maandag zaten in de shuttlebus ons naar Dove Lake bracht, twee jonge mannen die bij Ronny Creek uitstapten  en vandaar aan een meerdaagse trektocht begonnen. Over de Cradle Mountain en verder door naar Lake St. Clair. De Overland Track is de oudste meerdaagse trail van Australië en is heel populair. Jaarlijks maken ongeveer 8000 mensen uit allerlei landen deze tocht van 65 tot 80 km, afhankelijk van het eindpunt dat men kiest. Bij toeval ontmoeten wij deze twee jongemannen nu bij het Visitor Centre. In vier dagen tijd hebben zij de 65 km bergwandeling afgelegd plus de afstanden van de zijpaden onderweg naar uitzichtpunten links en rechts. Zij hebben overnacht in primitieve hutten. Steenkoud bij temperaturen onder het vriespunt en zonder verwarming. Morgen gaan zij naar Hobart en vandaar vertrekken zij weer naar huis. In Frankrijk.

Wij besluiten morgen een wandeling langs het meer te maken. Voor onze overnachting moeten wij echter nog dertig kilometer verder rijden, naar Bronte Park. Qua plaats niet meer dan een vakantiekolonie. Er is een hotel met bar en restaurant, een benzinepomp en verder zijn er cottages, cabins en andere eenvoudige verblijven. Wij verblijven twee nachten in een cabin in het Highlands Cabins and Cottages Park. Heel kleinschalig met ongeveer 10 onderkomens.

Onze cabin heeft een ruime kamer met een moderne inrichting. Het tweepersoons bed is zeker twee meter breed en 2,10 met er lang. Heerlijk ruim. Opnieuw voorzien van een elektrische deken waarvan wij dankbaar gebruik maken. Het bed staat tegen een muur die niet tot het plafond reikt. Daarachter is een gangetje naar het toilet en de badkamer. Wij voelen ons hier direct op ons gemak. Het enige wat ontbreekt is een internetverbinding. Wij doen het dus twee dagen zonder contact met de buitenwereld.

Foto’s