Kata Tjuta - de Olga's

26 september 2016 - Uluru, Australië

Maandag 26 september 2016

Ongeveer 50 km ten westen van Uluru ligt Kata Tjuta. Dit betekent ‘veel hoofden’. De westerse naam is de Olga’s. Een prachtige verzameling van 36 domes. Grote egaal bruine bergen. Kaal, weinig of geen begroeiing tegen de hellingen. Met de vorm van een bijenkorf lijken zij wel een beetje op de Bungle Bungles, maar dan zonder de bruin-wit-zwarte horizontale strepen. Grote vingerhoedjes. Hoofden. De hoogste top is 546 meter hoog. Ruim 200 meter hoger dan Uluru. De dicht bij elkaar staande bergen zorgen voor veel kloven, kliffen, verrassende doorkijken. Net als Uluru staat Kata Tjuta in een vlak landschap. Al vanaf veertig kilometer afstand te zien. In de late ochtendzon een rose-blauwe bergketen. Van dichtbij van dezelfde mooie diep-roodbruine kleur als Uluru. Voor de Annangu’s is ook dit een heilige gebied. De Annangu’s gebruikten dit gebied vooral voor hun inwijdingsceremonies als jongeren volwassen werden. Toeristen wordt gevraagd, om de bergen niet te beklimmen en niet van de paden af te wijken.

Wij beginnen met de Kata Tjuta Dune viewing. Een metalen pad voert ons naar een metalen plateau, vanwaar wij een mooi uitzicht op de Olga’s hebben. Het vlakke land ervoor staat vol woestijneiken, struiken, spinifex, verschillende grassoorten. Een prachtig totaaloverzicht voordat wij aan onze wandelingen beginnen.

Als ’s zomers de temperatuur tussen de bergwanden boven de 36 graden dreigt te komen of als er hevige regen of storm dreigt, is het verboden de tracks tussen de bergen te bewandelen. Vandaag is er veel bewolking. De zon laat zich niet zien. Daardoor blijft de temperatuur tussen de 20 en 30 graden steken. Heerlijk wandelweer.

Vanaf de volgende parkeerplaats voert een goed begaanbaar pad rechtstreeks de Walpa gorge in. Een kloof die als een trechter breed begint maar waarbij de steile kale wanden steeds dichter bij elkaar komen. Het gravelpad gaat over in een licht hellend rotsplateau. Hoe dieper wij de kloof inlopen, hoe hoger wij komen.

Een Australiër wijst ons op de brede zwarte strepen die langs de bruine hellingen van boven naar beneden lopen. Allemaal het gevolg van de overvloedige regenval van de laatste twee jaar. Vijftien jaar achtereen heeft de woestijn er dor en vergeeld uitgezien. Het groen en de overdaad aan bloemen zijn er dank zij de regenval. Verandering van klimaat? De Australiër is daar niet bang voor. Volgens hem zijn ook de aboriginals hier tamelijk laconiek onder. ‘Het is allemaal de natuur.’

Na 2,6 km eindigt het pad bij een uitzichtpunt. Van hier kijken wij verder de kloof in. Aan het einde ervan zien wij de beide bergwanden als een hoofdletter V bij elkaar komen. Op onze terugweg kijken wij naar het weidse landschap aan de voet van de bergen. Vlak voor ons bijna vlakke, kale rode rotsplateaus, iets verder weg bomen met groene kruinen, geelgroen gras, groene struiken. Nog verder weg heuvels groene heuvels en grote vlakken rode aarde daartussendoor.

Onze volgende wandeling gaat naar en door de Valley of the Winds. Ook hier begint de tocht over een goed begaanbaar pad door een bos met veel bomen en struiken en nog meer bloemen. Maar al snel gaat het ook hier omhoog. Grade 3, in de Australische aanduiding van de moeilijkheidsgraad van een track. Het pad gaat over in rotsen, in gravelpad, in mengvormen daarvan. Na 2,2 km bereiken wij de Karu Lookout. Om ons heen de prachtige bruine bergwanden. Op de steile hellingen vrijwel nergens begroeiing. Achter ons het lager gelegen, vlakke landschap. Toch nog altijd 500 meter boven de zeespiegel, maar dat merk je hier niet. De prachtige kleurencombinatie van de rotsen, de groene begroeiing, de veelkleurige bloemen, het rode zand, de blauwe lucht, de witte wolken, wij voelen ons in een bijna paradijselijke omgeving.

Wij besluiten om door te lopen naar de Karingana Lookout. Zo’n 1,6 km verder. Dit pad is grade 4. Eerst dalen wij over rotstrappen en stukjes hellende rotsvlakte af naar een dal dat geheel door de domes wordt omringd. Daar lopen wij onder bomen en tussen struiken naar een nieuwe klim. Het begint al direct met een klim over een brede stenen vlakte die buigt als een bolle rug. Eerst steil, daarna geleidelijk vlakker. Boven komen wij weer op een vlakker gedeelte. De berghellingen komen steeds dichter naar elkaar toe. Tussen bomen door slingert het pad langs de berghelling. Het dal wordt nauwer. Aan de andere kant gaan wij in een V-vormig ravijn weer omhoog. Ook langs deze trap van rotsen en grote stenen gaat moeten wij stevig klimmen. Overal om ons heen zijn alleen maar steile bruine bergwanden en wat laag struikgewas.

Op het hoogste punt van het pad kijken wij uit over een laagvlakte met een mengeling van geel verdord en fris groen gras en spinifex. Omzoomd door wat verder uit elkaar liggende domes. Een adembenemend mooi landschap.

Vanaf hier kun je afdalen en via het dal om de berg heen naar het beginpunt lopen. Toch nog altijd een paar kilometer en het is al wat later in de middag. Wij keren terug langs dezelfde weg als wij gekomen zijn. Een ranger komt ons tegemoet lopen. Hij maakt voor het invallen van de duisternis nog een laatste ronde langs de track om te zien of er mensen in problemen zijn gekomen. Een geruststellend idee.  Hier tussen de bergen is geen wifi, geen internet, geen telefoon. Op enkele kilometers uit elkaar zijn langs het pad waterpunten en radiopalen neergezet. Voor noodgevallen.

Voordat het donker is, zijn wij terug op de camp ground. Er zijn drie plaatsen in het resort waar je een biertje kunt drinken. In het hotel en in een appartementencomplex loopt bijna iedereen in nette kleding. Rianne voelt zich bijna verplicht daar in cocktailjurk rond te lopen. Zij voelt zich in onze korte broeken niet op haar gemak. Bij het verblijf van de backpackers kun je in onze vrije-tijdskleding wel terecht, maar daar kunnen wij weer niet parkeren. Uiteindelijk drinken wij maar een wijntje bij onze camper. Een redelijk alternatief.

Foto’s