Uluru - Ayers Rock

25 september 2016 - Ayers Rock, Australië

Zondag 25 september 2016

Om zeven uur hebben wij de zonsopkomst gezien, gedoucht, ontbeten, afgewassen en rijden wij de camping af. Over de Lasseter Highway rijden wij ongeveer 250 km naar het westen. Naar Uluru, zoals de aboriginal-naam luidt, of naar Ayers Rock, zoals de nieuwe Australiërs het hebben genoemd.

Het is weer zondagmorgen en zo vroeg is er maar weinig verkeer op de weg. Eén tegenligger per 10 minuten is al veel. Pas na 10 uur wordt het wat drukker op de weg, maar nog altijd rijden wij op veel rechte stukken nog helemaal alleen op de weg. Des te vreemder is het om juist langs deze Highway in elke paar kilometer in de berm een groot bord te zien staan met de tekst ’Speed and red light cameras are in use in the Northern Territory’. Er worden snelheid- en roodlichtcamera’s gebruikt in Northern Territory. Dat er af en toe hard gereden wordt, geloven wij wel, maar verkeerslichten zijn hier in geen velden of wegen te bekennen.

Normaal valt er ongeveer 25 mm regen per jaar in de woestijn. Behalve enkele Desert Oaks is de woestijn dan dor en droog. Dit jaar en vorig jaar is er zo’n 300 mm regen gevallen. Het water heeft in de afgelopen tijd blijkbaar goed zijn best gedaan. De woestijn is helemaal groen. Diverse grassoorten, spinifex, lage struiken, alles is groen. En niet alleen dat. Er bloeien ook volop bloemen. Het is net alsof het voorjaar opnieuw begonnen is. Witte, gele, paarse, lila, rose, blauwe. Hangend aan struiken, staand op steeltjes. Groot, klein, bolvormig, klokvormig, plat, buisvormig, als vuurpijlen in alle richtingen schietend. En dat alles tegen een ondergrond die alleen maar roder en een lucht die alleen maar blauwer lijkt te worden.

Halverwege passeren wij de Mount Conner. Een tafelberg, midden in het vlakke landschap. Schuine hellingen en bovenop als een platte kroon rechtopstaande kliffen. In het ochtendlicht lijkt de berg een beetje roze. Even denken wij dat dit Ayers Rock al is, maar zowel qua vorm als qua afstand kan dit niet zo zijn. Een aantal keren stoppen wij om foto’s te maken van de adembenemende vergezichten of van de bloemen in het landschap. Het is nauwelijks te bevatten dat een woestijn zo mooi kan zijn.

Rond het middaguur vinden wij een plaats op de campground van het Yulara resort bij Ayers Rock. Het resort heeft een chique hotel, een appartementencomplex, een backpackersverblijf, een soort dorpskern met supermarkt, kapper, kunst- en souvenirwinkels, een centrum voor gezondheidszorg, een politie- en een brandweerpost. Elke week komen er drie Roadtrains van 53,5 meter lang om het resort te bevoorraden. Op korte afstand van het resort ligt een dorpje van de aboriginals. Voor toeristen niet toegankelijk.

Uluru, een massieve rots van 348 meter boven en 2500 meter onder de grond. Een omtrek van ongeveer 10 km. Een grote rode berg in een vlak en schijnbaar leeg landschap. Voor het Annangu volk een heilige berg. Door vele eeuwen heen een belangrijk deel van hun veel grotere leefgebied. In de vorige eeuw werd dit volk van zijn geboortegronden verdreven. Het duurde tot in de negentiger jaren voordat de heilige berg en een deel van de omgeving weer aan de aboriginals werd teruggegeven. In de tussenliggende jaren waren al veel Annangumensen gestorven aan ziektes die door westerlingen het land waren binnengebracht en waartegen de originele bewoners onvoldoende weerstand konden ontwikkelen. En ook was het door het opkomend toerisme voor de Annangu’s onmogelijk geworden, op dezelfde wijze als vroeger door de jacht en door de opbrengsten van het land in hun eigen onderhoud te voorzien.

De teruggave van de heilige berg aan de Annangu’s betekende niet alleen een erkenning van het grote culturele en religieuze belang van dit gebied voor de oorspronkelijke bewoners, maar het opende ook de mogelijkheid om door datzelfde toerisme in eigen inkomsten te voorzien.

Voor veel toeristen was en is het beklimmen van de berg een uitdaging. Langs een steeds steiler wordende helling kun je tegen de berg ophoog lopen. De Annangu’s vragen om dit uit respect voor hun culturele en religieuze gevoelens niet te doen. Jaren is er gediscussieerd over de vraag of er een algeheel verbod moet komen. De strijd om het behoud van de culturele waarden van de Annangu’s en om het behoud van het groeiende toerisme werd in alle hevigheid gevoerd. Het lijkt erop dat de Annangu’s het pleit gewonnen heb ben. In elk geval is de toegang tot het pad omhoog nu gesloten.

In het mooi ingerichte informatiecentrum kijken wij naar een film over de geschiedenis van de Annangu’s in de afgelopen eeuw. Het gaat over de eerste contacten met blanken, de kennismaking met westerse producten zoals een banaan en ingeblikt vlees, de annexatie van de gronden door westerlingen, de politieke discussies over de teruggave van het land aan de aboriginals en de feitelijke teruggave, het behoud van de eigen leefstijl en het cultureel erfgoed.

Het Annangu-volk leeft volgens de regels van Tjukurpa, de leer die de relaties tussen mens, dier, plant en land verklaart. Een soort wetgeving met regels hoe te jagen, hoe de grond te onderhouden, hoe de planten te gebruiken voor voedsel en voor het maken van medicijnen. De oudere generatie heeft wijsheid en de kennis van het culturele erfgoed. Zij geeft via verhalen en instructie de regels van Tjukurpa door aan de jongeren. Niet vreemd dat de senioren binnen de leefgemeenschap een hoge maatschappelijke status hebben.

Wij wandelen over een pad door een bos langs de berg. Het is te laat om de hele ronde te maken, dus lopen wij een stuk heen en terug. De bodem is bijna helemaal bedekt met wilde bloemen. Ons wandeltempo wordt behoorlijk gedrukt door de vele foto’s die wij maken. Wij kunnen er maar niet genoeg van krijgen.

Wie per vliegtuig hiernaar toe zou komen, zou denken dat hier een park is aangelegd, Een soort Keukenhof in de woestijn. Elke boom, struik, graspol, bloem lijkt met zorg op de juiste plaats te zijn neergezet. Niets is minder waar. Het is allemaal puur natuur. Superlatieven schieten te kort om de schoonheid van het landschap te beschrijven.

Aan het einde van de middag parkeren wij onze camper op de parkeerplaats die speciaal voor toeristen is ingericht om de zonsondergang te aanschouwen. Er staan maar een paar auto’s en campers, maar naarmate de sunset naderbij komt, stroomt de parkeerplaats voller en voller. Onze campingstoelen hebben wij in het rode zand gezet en met een glaasje gekoelde witte wijn wachten wij af wat komen gaat. Voor onze voeten zijn grote termieten een nieuwe heuvel aan het bouwen. Zij lopen hard, alsof zij willen proberen vanavond nog ons uitzicht op Uluru door het bouwen van een heuvel te belemmeren. Dit is een grote soort. Zwart onderlijf, rood bovenlijf. Zij rennen het kleine ronde gat in de grond in en uit. In een vlekkeloos ronde cirkel om het gat in de grond leggen zij zandkorrels op elkaar. Zij zijn al gevorderd tot een halve centimeter boven de grond. Het is mooi om naar te kijken. Ik zie graag anderen werken.

Rechts van ons komt een 4-wheeldrive parkeren. Aziatische jongeren stappen uit, zetten hun kampeerstoelen midden op het termietennest, zitten geen moment stil, lopen en schuifelen heen en weer, maken foto’s van zichzelf en van elkaar. Morgen kunnen de termieten voor een groot deel weer opnieuw beginnen.

Links van ons komt een personenauto te staan. Een Australisch echtpaar, zo’n 15 jaar jonger dan wij, stapt uit. Hij is in Belfast, Noord-Ierland geboren, zij in Engeland. Beiden zijn  op jonge leeftijd met hun ouders naar Australië geëmigreerd. Hij heet Paul, zij Gail. Het echtpaar woont in Adelaide. De vrouw heeft haar auto aan haar zoon geschonken die in Darwin woont. Zij zijn nu onderweg om de auto naar Darwin te brengen en hebben aan deze tocht twee weken vakantie vastgeknoopt. Wij raken met elkaar in gesprek over verschillende onderwerpen. Het klikt snel tussen ons. Voordat de zon ondergaat hebben zij ons al uitgenodigd voor een etentje als wij straks in Adelaide zijn. Grappig, hoe snel en makkelijk hier contacten kunnen verlopen. Je spreekt mensen heel rechtstreeks aan en binnen de kortste keren ben je volop met elkaar in gesprek.

De zon daalt nu heel snel. Uluru licht helder op, wordt oranje-rood en daarna donkerbruin. De glans is eraf. Mensen klimmen van het dak van hun auto af, stoppen wijnglazen en -flessen weer in hun wagen, pakken hun camera’s in, klappen hun statieven dicht, ruimen stoelen op. Een enkel gezin heeft het kookstel naast de auto geplaatst en geactiveerd. Eerst een maaltijd, daarna pas rijden. Iedereen probeert tegelijkertijd de auto, camper of 4-wheeldrive achteruit te steken en op de rijstrook van de parkeerplaats te manoeuvreren. Op de langgerekte parkeerstrook midden in de woestijn ontstaat even een klein verkeersinfarct. Eenmaal op de rijweg zijn alle problemen opgelost. Iedereen moet in dezelfde richting. Het park uit en naar het resort.

Foto’s

2 Reacties

  1. Mirjam:
    27 september 2016
    Net weer genoten van verhalen en foto's: voor hier op afstand al overweldigend; wat zullen jullie hoofden vol zitten....
    De volgende thema foto albums zullen we ooit langs zien komen: bloemen//natuur//dieren//toeristische punten// Bob en natuur//Rianne en natuur en tot slot bijkomen....:-) en niet te vergeten de dia-presentatie avonden ....... !!!
    Ga mij er alvast op verheugen,ha,ha,ha!
  2. Judith:
    28 september 2016
    Zo te horen kunnen ze daar ook een alcoholcontrole uitvoeren :)