Van sunrise naar sunset

28 september 2016 - Kings Canyon, Australië

Woensdag 28 september 2016

Om half zes staan wij op, starten zacht de motor en rijden voorzichtig de camping af. Wij willen niemand wakker maken. Dat hoeft ook niet want veel mensen zijn al wakker. Wij zijn niet de enigen en niet de eersten die vertrekken. Auto’s, 4-wheel drives, campers, busjes en grote bussen van de lodges, het backpakkersverblijf en het chique hotel rijden allemaal in het donker naar het park.

Speciaal voor deze gelegenheid is het Nationale Park al om half zes opengesteld. Straks komt de zon op en daar willen velen getuige van zijn. Twee auto’s slaan te vroeg af en zoeken een plekje op de grote parkeerplaats voor het bezichtigen van de zonsondergang. Wij vinden het veel te vroeg om daar nu al te gaan staan wachten. De hele dag ligt nog voor ons. Daarom rijden wij door, net als alle anderen, naar de andere kant van de berg. Ook daar is een grote parkeerplaats. Vandaar kun je op een pad naar Uluru kijken. Het nadeel is dan wel dat bomen en struiken je een deel van het zicht op de berg ontnemen. Er is echter ook een houten platform gebouwd. Toeschouwers kunnen op verschillende hoogte het evenement afwachten.

Het is een drukte van belang. Toch heerst er een serene rust, alsof niemand de stilte van de natuur wil verstoren. Driepoten worden neergezet, camera’s in gereedheid gebracht. Om de tijd te doden maken mensen foto’s van zichzelf en van elkaar.

Dan is het zover. Een paar minuten over half zeven komt de zon op. Een beetje stiekem, want in het oosten hangt er een brede grijze wolkenmassa voor de zon. Juist eronder door kun  je aan een klein oranje streepje zien dat de zon inmiddels boven de horizon is gekomen. Bijna niemand ziet de zonsopkomst. Iedereen staat met zijn rug naar de zon en met zijn gezicht naar Uluru.

Uluru, de berg die in de schemering donkerbruin kleurde, blijft donkerbruin. Achter ons krijgen enkele wolkjes een gouden randje. In de verte voor ons is het zwarte silhouet van Kata Tjuta, de Olga’s. De zon komt hoger, maar blijft achter het wolkendek verscholen. Uluru blijft donkerbruin.

Na een half uur geven veel mensen het op. Hun geduld raakt op, ze hebben nog niet ontbeten en krijgen honger, de wind is nog tamelijk fris. De zonsopkomst was niet zo spectaculair als in de folders en reisgidsen wordt beschreven. Mensen lopen over het pad terug naar hun auto of naar de bus waarmee zij zijn gekomen. Dan komt de zon alsnog boven de wolken uit. Uluru kleurt lichter, wordt oranjebruin. De donkere schaduwen op de berghellingen zakken in rap tempo naar beneden.

Enkele mensen die al naar hun vervoermiddel op weg zijn, zien dit, keren terug op hun schreden en zoeken weer een plekje op het pad of op het houten platform. In de verte komt Kata Tjuta even in het volle zonlicht te liggen. De Olga’s kleuren roze en zijn even minder wazig.

De wolken geven zich niet zo gauw gewonnen. Zij schuiven weer voor de zon. Uluru wordt weer donkerbruin. Op afstand hernemen de Olga’s hun zwarte kleur. Opnieuw vertrekken mensen van deze plaats. Auto’s en bussen rijden terug naar het resort. Alleen de volhouders blijven nog even in de wind wachten op de definitieve doorbraak van de zon. Die komt er uiteindelijk wel, maar dan zijn er nog maar enkele tientallen ochtendmensen om de oranjebruine Uluru in zijn volle glorie in het vlakke land te zien staan.

Op onze terugweg naar de camping zien wij nog enkele keren in de verte de Olga’s. Met hun ongelijke toppen en dalen zijn zij eigenlijk veel mooier om te zien dan Uluru. Maar Uluru, Ayers Rock, heeft nu eenmaal de naam en trekt dus de meeste aandacht van de toeristenstroom.

Na douche en ontbijt rijden wij naar Kings Canyon. Hemelsbreed misschien 150 km van Ayers Rock. Over de weg ruim 300 km. Het is half bewolkt, ongeveer 30 graden. Er waait een stevige wind door de woestijn. Vooral bij wind van opzij voelen wij het trekken aan het stuur. Bij Roadhouse Curtin Springs jagen wolken rood zand over de parkeerplaats.

Vijftig kilometer verder verlaten wij de Lasseter Highway en gaan over de Luritja Road in noordelijke richting. Weer vijftig kilometer verder buiten wij op de Ernes Giles Road af in noordwestelijke richting. Op een parkeerplaats halverwege de route loopt een dingo, een wilde hond. In Australië wordt dringend geadviseerd om alle wildlife niet aan te halen of te voeren. Wij houden de deur van de camper maar even dicht.

Het Kings Canyon Resort ligt midden in het Watarrka National Park. Het is veel kleiner dan Yulara, veel slordiger, veel minder schoon, heeft een veel geringer assortiment in een veel kleinere winkel en is veel duurder dan Yalara. Voor 1,5 liter water betalen wij hier AUD 6,50. Omgerekend is dat EUR 4,50. Voor de diesel betalen wij hier 70 % meer dan in Alice Springs. Hier is de prijs-kwaliteit verhouding echt zoek. Maar in dit park is geen alternatief. Wij zijn hier in het meest afgelegen gebied van onze reis. De dichtstbijzijnde plaats is Alice Springs op 475 km afstand.Een kleine goedmaker is dat wij vanaf onze plaats op de camping een prachtig uitzicht hebben op de bergen waarin Kings Canyon verscholen ligt. Om half zeven kleuren zij mooi oranje-rood-bruin als gevolg van de ondergaande zon. ’s Avonds in het donker zien wij weer eens ouderwets veel sterren aan de hemel. In Nederland is dat door de lichtvervuiling vrijwel nergens meer mogelijk.

Elke avond speelt en zingt Rod Dowsett in het restaurant country and western muziek. Eigen liedjes en muziek, maar ook bekende songs. Best verdienstelijk.

Foto’s