Afstanden en wegwijzers

1 oktober 2016 - Erldunda, Australië

Zaterdag 1 oktober 2016

Het is soms interessant om de kaart van Australië te bekijken. Met onze camper mogen wij alleen maar over verharde wegen rijden. Van Kings Canyon naar Alice Springs is voor ons over de weg een afstand van 480 km. Als wij ook over het onverharde deel van de Ernest Giles Road zouden rijden, zou dat 100 km korter zijn. En als wij over een nog langere afstand onverhard via Glenn Helen naar Alice Springs konden rijden, zou dat zelfs 200 km korter zijn.

Je kunt je afvragen waarom er dan niet meer wegen worden geasfalteerd. Aan de ene kant is dat natuurlijk een kwestie van beschikbare overheidsfinanciën en afweging van politieke prioriteiten. Aan de andere kant zou dat ook de doodsteek zijn voor een heleboel touroperators, die nu met hun 4-wheel drive bussen toeristen op plaatsen brengen waar zij zelf niet kunnen komen.

In  Nederland staan langs de autoweg hectometerpaaltjes. Die geven aan hoeveel keer 100 meter je van het begin- of eindpunt van een autoweg verwijderd bent. In Australië is  het onbegonnen werk om dergelijke paaltjes te plaatsen. En dus beperkt men zich hier tot het plaatsen van 10 km-paaltjes. Die geven aan hoeveel kilometer je nog verwijderd bent van de eerstvolgende plaats of Highway. Als er langs de weg geen stad of dorp ligt, wordt simpelweg verwezen naar de Highway waar je naar toe rijdt.

Zo zien wij al snel na het verlaten van de camping het paaltje LH150. Wij zijn nog 150 km van de Lasseter Highway verwijderd. En daar aangekomen zien wij al gauw het paaltje SH100. Wij hebben nog 100 km te gaan naar de Stuart Highway.

Ook op de richtingborden staan soms geen plaatsen vermeld, maar Highways of omgevingsbepalende elementen. Zo staat bijvoorbeeld aan het eind van de Luritja Road een bord dat naar links verwijst naar de verderop gelegen Stuart Higway en naar rechts naar Uluru, geen dorp of stad maar een berg.

Net als vorige week zaterdag overnachten wij op de caravancamping van het Desert Oaks Motel op de hoek van de Lasseter Highway en de Stuart Highway. Aan de ene kant van de campground worden enkele kangoeroes gehouden. Aan de andere kant een tiental emoes. Voor kinderen is het een attractie om de emoes uit de hand te voeren. Wij vragen ons af, met welk doel de kangoeroes en de emoes hier worden gehouden. In het restaurant van het motel staat vandaag biefstuk en kip op het menu. Er staat niet bij dat in Australië biefstuk niet alleen van runderen maar ook van kangoeroes en walibi’s afkomstig kan zijn en dat onder de naam kip ook verschillend ander gevogelte kan worden verkocht.

Op de camping zijn veel vliegen. Zij kruipen in je oren, je neus, je ogen. Voor het eerst gebruiken wij hier in Australië onze hoeden met aangebouwde horren. Een nieuwsgierige vlieg komt op het gaas zitten om te kijken wie er onder verscholen gaat.

Vanavond steekt er een hevige woestijnwind op. Die fluit om onze wagen heen en trekt en schudt eraan. Er valt lichte regen. ’s Nachts is het warm in de camper. Een tijdje hebben wij de airco aan. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Judith:
    2 oktober 2016
    Wat een mazzel dat je nu pas die irritante vliegen hebt. Ik had ze aan een groot deel van de westkust ook.